vrijdag 9 augustus 2019

De kleine duiker

De kleine duiker.


De kleine duiker...



Eergisteren diende er zich weer een pensessie aan. Een van mijn favoriete stekken is een duikercomplex. Hier zijn twee grote duikers aanwezig, allebei met een dubbele in- en uitgang. Daarnaast ontdekte ik recentelijk, aan een naastgelegen water, een zeer kleine duiker welke ervoor zorgt dat beide wateren met elkaar verbonden zijn. Dit duikertje is weliswaar maximaal 50 cm. breed, maar is zeker 20 meter lang. Daarnaast is die duiker zeer goed verstopt en als je geen 'echte' visser bent, dan zal hij je zeker niet opvallen!

Om 6:00 ben ik aanwezig en ik maak bij alle in-en uitgangen van de duikers voerplekjes. Ik voer meestal niet meer dan twee handjes per stek. De stekken liggen dicht bij elkaar, dus ik kan ze snel bevissen/onderhouden. Bij de grote duikers staat een stevige trek in het water. Ik strooi hier met grof voer in de hoop dat dit eerder en langer op de bodem blijft liggen. Ik ben bang dat als ik met zeer fijn voer ga voeren, dit binnen de kortste keren alle kanten op dwarrelt en dat is iets wat ik in dit geval niet wil bereiken. Daarnaast wordt er flink wat regen en wind voorspeld voor deze dag. Vooral in de ochtend.

De vorige keer dat ik hier viste, leverde me dit 8 karpers op en mijn verwachtingen zijn dan ook enigszins hoog. Maar ik weet: het heet 'vissen' en niet 'vangen'. Ik blijf dus tegelijkertijd op mijn hoede voor tegenvallende resultaten. Ach, gewoon dat pennetje zien dansen op de golven zorgt al voor een tevreden glimlach op mijn gezicht.
Mijn gebruikelijke volgorde; voerplekken maken; teruglopen naar de auto; spullen pakken en voorbereiden; voerplekjes bekijken op eventuele activiteit van vis; beginnen. Ik heb mijn regenpak alvast aangetrokken, want ik zie in de verte toch al wat signalen dat er regen aankomt.
Goed. De hengel is opgetuigd en het peilen gaat snel. Dit komt omdat ik de diepte van dit soort stekken onthoud, middels het tellen van het aantal ogen van de hengel, vanaf het oog waar ik de haak aan bevestig als ik verkas. Ik zit dus bijna altijd in een keer goed met de diepte van dit water, op de gemaakte voerstekken. Daarnaast vind ik het niet erg als mijn pennetje onverhoopt iets onderwater staat. Ook dan zie ik de aanbeten feilloos. Iets wat ik de afgelopen seizoenen heb ontwikkeld bij mezelf.

Ik loop de voerstekken bij de grote duikers af. Aan de ene kant(in dit geval de instromende kant), is nauwelijks activiteit. Aan de andere kant zie ik toch wel her en der aasbellen. Niet op mijn voerstek, maar meer wat 'wild' in het midden van het water. De grote duikers leveren niets op en na ongeveer anderhalf uur besluit ik naar het kleine duikertje te verkassen. Hier begint ook meteen mijn leermoment:

Het duikertje is, zoals eerder gezegd, niet meer dan 50 cm. breed. Ik heb een handje voer direct voor de ingang compact gevoerd en een klein handje iets verder van de ingang verspreid gevoerd. Mijn pennetje plaats ik nu direct voor de ingang van de duiker. Binnen enkele seconden zeilt de pen al weg. Ik sla mis en voel niets. Dit herhaalt zich nog drie keer, met telkens hetzelfde resultaat. Ik besluit nu om iets langer te wachten bij de volgende aanbeet, want ik krijg het idee dat dit lijnzwemmers zijn.

De volgende aanbeet laat niet lang op zich wachten. De pen knalt er werkelijk vandoor en ik haak een mooie, forse vis! De vis sprint weg van de duiker, het open water tegemoet. Daar laat ik de vis uitrazen en dril de vis rustig naar mijn kant. Een mooie karper van 71. cm. ligt in mijn net en ik ben meer dan tevreden. Tegelijkertijd overdenk ik de situatie met de lijnzwemmers. Omdat de ingang van de duiker zo smal is en ik er pal voor lig, kunnen de karpers het voer en mijn lijn nauwelijks mislopen. Dit zorgt uiteraard voor meer kans van lijnzwemmers. Ik besluit mijn pennetje iets verder van de ingang te leggen. Misschien dat meer overdiepte ook had kunnen helpen, maar ik zit nu op het goede spoor, want het overkomt me niet meer.





Na deze vangst voer ik weer een handje voer en vis de andere stekken af, maar deze leveren helaas nog niets op. De kleine duiker laat ik even voor wat het is, omdat ik denk dat de stek te verstoord is door de vangst van de karper. Hoe mis kun je het soms hebben, achteraf bezien...
Omdat de grote duikers geen enkele aanbeet uitlokken, besluit ik naar een andere duiker aan het uiteinde van dit water te rijden. Te ver om te lopen, dus daarom rijd ik met mijn Berlingo die kant op. Ik voer vlot een handje voer per ingang en uitgang en hoop er het beste van. Ik merk dat de wind sterk toeneemt en dikke druppels regen vallen op mijn hoofd. Gelukkig heb ik nog steeds mijn regenpak aan, maar het wordt lastiger om mijn pennetje stabiel te houden doordat ik vrij hoog zit, de trek in het water en dan ook nog een behoorlijke golfslag. De pen wordt onderwater geduwd door deze omstandigheden, maar ik kan het oranje puntje nog net waarnemen. Dan komt de pen plots omhoog, zakt weer weg en begint tegen de stroom in te bewegen. Niet zeker of dit een aanbeet is, sla ik toch maar aan. Ik haak een kleine karper. Na wat gespetter kan ik toch de tweede van de dag onthaken. Zonder foto te maken, geef ik dit patsertje snel de vrijheid terug. Na een uurtje besluit ik het hier voor gezien te houden en rijd weer terug naar de stek van vanmorgen. Ik kijk of er activitiet bij de grote duikers is, maar ik doe dat een beetje gehaast. Mijn zinnen heb ik, op de een of andere manier, op de kleine duiker gezet. Ook hier blaast de wind volop. De pen plaats ik behoedzaam voor de duiker, maar nu met iets meer afstand tot de ingang. Direct zeilt de pen weg. Ik sla niet aan, maar wacht af. Duidelijk dat er vis zit, maar ik moet de aanbeet van de lijnzwemmers onderscheiden. Nadat de pen twee keer wegzeilt en weer bovenwater komt, verplaats ik mijn pen een beetje. Het blijft nu rustig. Na enkele minuten wil ik weer mijn pen verplaatsen, maar ik blijk vast te zitten. Toch vreemd, want het vastzittende gevoel vertaalt zich naar een bewegend 'iets'. Hmmm, ik sla voor de zekerheid maar aan en er blijkt een forse karper aan te zitten! Een zware sprint wordt ingezet. De hengel buigt diep en de slip neemt het over. De lijn zingt in de wind. Heerlijk! Omdat dit water zo schijn lijkt, doe ik het rustig aan. De vis nam een sprint naar het midden van het water en vliegt dan weer naar de oever, zo'n 20 meter links van mij. Dan komt de vis langzaam maar zeker weer voor mijn voeten terecht en blijft daar rondjes draaien. Kenmerkend voor de iets grotere vissen. Uiteindelijk kan mijn schepnet het laatste, veilige zetje geven. Op de kant blijkt de vis 77 cm. te zijn. Ik bal mijn vuist voor even. Snel enkele foto's en de vis zwemt alweer vrij rond. Handje voer strooi ik weer rond en daarna controleer ik mijn draad en haakpunt. Allebei aan vervanging toe. De haakpunt is verbogen en ik lijk enkele zwakkere plekken in mijn draad te voelen. We nemen het zekere voor het onzekere. En niet voor niets....


77 cm...

73 cm.




Nadat ik alles vervangen en vernieuwd heb, plaats ik de pen weer voor de duiker. Ongelofelijk: de pen krijgt twee 'zakkers' en gaat dan onder richting duiker. Ik sla weer aan en sta meteen met een hoepelronde hengel. De vis vlucht weg van de duiker, ook weer richting het ruime sop. De sprint is harder en feller dan de vorige, dus ik ben benieuwd wat voor verassing dit is. Ik verwacht een iets kleinere karper, maar ook iets slanker gebouwd. De welbekende 'torpedo schub'. Ik geniet wederom van de zingende lijn en gierende slip. Na drie uithalen van de vis, zit 'ie vrij vlot voor mijn voeten.


Een karper van 73 cm. is weer even voor mij! Prachtig! De vis zwemt alweer de vrijheid tegemoet, ik voer weer wat op dezelfde plek. Ook nu moet ik de haak vervangen, maar doe dit ook met het draad.
Het is eigenlijk bizar, maar hetzelfde riedeltje herhaalt zich! Direct bij het plaatsen van de pen, krijgt de pen twee 'tikken' en verdwijnt dan. Ik sla weer vast op een karper, maar helaas lost deze bij de eerste de beste sprint. Ik neem mijn verlies en vis het laatste uurtje ontspannen verder. Op een wegzeiler na, waar ik niet op geslagen heb, blijft het stil. Ik ben moe maar voldaan. Tijd om naar huis te gaan.

Het volgende penvisavontuur wat ik zal gaan beschrijven, gaat over een ontmoeting tussen Hans Koeslag en mij. Wij vissen daar tussen het watergentiaan. Succes en tegenslag liggen hier dicht bij elkaar...







Groet,

Dale

De eerste van het seizoen.

De eerste van het seizoen.


Ik loop wat achter in het (be-)schrijven van mijn penvisavonturen. Het zijn vele avonturen en vele vangsten die ik had willen beschrijven, maar mijn situatie liet het niet toe. Ik ga nu proberen om de draad weer langzaam op te pakken.

19 april, 2019 is mijn eerste, serieuze pensessie van het jaar. Ik heb er behoorlijk zin in, maar ik besluit het ook eenvoudig te houden: een rondje langs mijn vaste stekken en kijken of er leven in de brouwerij is. Daarnaast moet ik bepalen hoelang ik het zelf kan volhouden.

Ongeveer een kwartier met de auto van mijn huis, ligt een mooie stek. Een duiker die vaak wel vis oplevert. Duikers hebben sowieso de afgelopen jaren mijn aandacht meer dan gemiddeld aangetrokken. Als je 'een goeie' hebt gevonden, dan kun je je helemaal scheel vangen...
Maar goed. Ik rijd met de auto naar de duiker. Aan beide kanten maak ik een voerplek. Aan de ene kant van de duiker vang ik eigenlijk altijd een karper, maar aan de andere kant nooit. Toch blijf ik daar ook altijd een voerplekje maken, want je weet maar nooit!

Na het voeren zet ik mijn hengel in elkaar en bereid ik me rustig voor. Geen haast, want het voer moet z'n werk kunnen doen. Het pennetje stel ik scherp met tungsten putty, daarna knoop ik mijn onderlijntje eraan. Het warteltje is dan het gewichtje wat de boel langzaam laat zinken. Zo zit ik, voor mijn gevoel, scherp te vissen. Helaas krijg ik geen aanbeten en ongeveer twee uur later besluit ik naar een ander duikercomplex te rijden. Dit is veel groter en dieper water dan waar ik zojuist zat, maar de vangsten van vorig seizoen logen er niet om! Met gezonde spanning en gepaste verwachtingen maak ik ook hier weer twee voerplekken. Helaas lijken de karpers ook hier nog niet echt actief, ondanks dat mijn pennetje enkele malen interesse in het aas registreert.
Ik besluit weer terug te gaan naar de eerste duiker.

Mijn gevoel zegt me dat ik mijn pennetje 'moet' plaatsen aan de kant waar ik eigenlijk nooit een aanbeet krijg. Voor de ingang van de duiker ligt een hoop drijfvuil. Ik plaats mijn pennetje tegen het drijfvuil aan, precies voor de ingang van de duiker. Na een minuut of 10 wordt mijn pennetje omsloten door drijfvuil. En na nog eens een minuut of 10 lijkt mijn pennetje voor heel even iets te zakken en weer omhoog te komen! Ik schrik me een hoedje, maar alle hens aan dek nu... Het blijft een minuut of 5 weer rustig, maar daarna zie ik wat drijfvuil op een vreemde manier bewegen. Mijn pennetje krijgt twee rustige 'tikken', maar daarna vertrekt hij toch echt onder het drijfvuil. Mijn draad loopt strak en ik sla vast op iets wat zeer massief aanvoelt. De vis zwemt gestaag weg. Ik sta op en besluit met de vis mee te lopen, weg van het drijfvuil, richting schoner water. Mijn hengel staat hoepeltje rond, maar de vis neemt geen lijn meer. Een minuut of 10 blijft de vis rondjes draaien op een meter of 3 tot 4 vanuit de oever. Dan besluit ik de druk iets op te voeren en na ongeveer een kwartier in totaal geeft de vis zich gewonnen. De vis zit in het net en ik schrik eigenlijk van de forsheid. Dit had ik niet verwacht en ik vraag me af of ik deze vis nog zal verbeteren dit seizoen.

Bullebakje...
Toevallige voorbijgangers, zowel wandelaars als automobilisten, zien mij lopen met deze vis in het net. De wandelaars slaken zuchten van verbazing en vragen mij of deze vis 'uit dit kleine slootje' komt. 'Is dit een snoek ?' wordt er zelfs gevraagd. Nou goed, ik vraag aan een van de wandelaars of ze een foto van mij en de vis willen maken. Dat willen zij wel...
Tevreden zet ik de vis weer terug in het water. Het is goed zo. Ik ga naar huis.
Groet,
Dale