Vorige week dinsdag heb ik anderhalf uur gevist. Het was toen 9 graden, maar in de polder was de gevoelstemperatuur 6 graden vanwege de snijdende en koude wind.
Ik had twee voerplekjes gemaakt rond een duiker, maar ik merkte bij mezelf dat het gevoel van vertrouwen behoorlijk weg was gezakt. Het was een ook een grijze, grauwe dag en bij mij begint dan een melancholische stemming de overhand te nemen. Zwaarmoedig zelfs...
Grijs en grauw, verdorde bladeren, de wolken worden voortgejaagd door de harde wind. Dode rietstengels, dode leliebladeren. Koude handen, koude voeten. Diep verscholen in de hoge kraag van mijn jas. Blazend in mijn handen zit ik naast mijn hengel. De wind veroorzaakt een hoge fluittoon, tezamen met een bewegwijzeringspaal. De paal schudt wat heen en weer en het geluid doet mij denken aan de mast van een zeilboot, waarbij het touw tegen de mast 'klingt'...
De pen zakt weg, maar ik sla een gat in de lucht. Duidelijk een aanbeet. Maar mijn handen kunnen die koude wind niet meer aan. Na anderhalf uur houd ik het voor gezien.
De hengels gaan in het vet, de schaakstukken komen tevoorschijn.
Tot in het nieuwe jaar!!
Groet,
Dale
Penvissen op karper is een bijzondere ervaring. Lees hier mijn ervaringen. Veel plezier!
zondag 30 oktober 2016
dinsdag 27 september 2016
Three in a row
De dagen dat ik vrij heb, moet mijn vriendin vaak werken en
de kinderen naar school. Ik kan dan niet zo vroeg gaan vissen dan dat ik graag
zou willen. Ik stel dan ook mijn verwachtingspatroon wat bij, want normaliter
is om 9:00 beginnen met vissen niet het meest ideaal. Aan de andere kant zorgt
het ervoor dat ik iets meer ontspannen langs de waterkant ‘zit’. Dit omdat ik
natuurlijk iets minder verwacht van de vangst.
De kinderen zijn naar school en
ik rijd met mijn autootje al slalommend tussen fietsende scholieren door
richting ‘mijn’ stek. De rit naar deze stek toe is geen straf. Het is een mooi
lintdorp, voorafgaand door smalle wegen dwars door de polder. Open landschap.
Kalmpjes aan pak ik het voer uit de auto. Mijn hengelspullen
haal ik er ook alvast uit, maar leg ik in de graskant waar het gras en
brandnetels behoorlijk hoog staan. Ik wil niet dat, na mijn voerrondje, de
vissen schrikken van dichtslaande deuren van de auto, omdat ik mijn
hengelspullen nog moet pakken. Ik observeer hier en daar en strooi ook wat voer
hier en daar. Open plekken tussen de lelies, wat losse rietstengels in het
water een duiker en een vuilbalk hebben mijn voorkeur. En dus ook mijn
aandacht. Zo heb ik al vrij vlot vier voerplekken gemaakt. Allen voorzien van
twee kleine handen voer. Hoewel de temperatuur gunstig wordt vandaag, voel ik
toch dat de lucht wat ijler wordt. De leliebladeren vertonen ook al wat bruine
randen langs het blad. Tijden veranderen. Of, eerder gezegd, het seizoen
verandert.
Mijn hengel tuig ik zorgvuldig op; nog een laatste keer de
haakpunt controleren. Nog een laatste keer het nylon controleren op
oneffenheden, voordat ik de oersterke karper ga belagen. Ik schuif een stuitje
onder de pen. Hier kneed ik wat tungsten putty omheen. Het gebeurt mij te vaak
dat ik tijdens een dril loodhagels verlies. De pennetjes die ik gebruik in
combinatie met de situatie, zorgen ervoor dat ik ontzettend licht kan vissen. Ondanks
een stevige stroming.
Het pennetje ‘staat’ op ongeveer 0,2 gram. Door mijn
onderlijn te verbinden met een lichte wartel aan mijn hoofdlijn, zinkt de
montage. Ik stel de montage zo af dat er nog zo’n 3 tot 5 mm van het
oranje/rode puntje van de pen boven het wateroppervlak uitsteekt. In mijn
beleving vis ik op deze manier uiterst scherp. Door mijn haak vast te zetten
aan het eerste oog van mijn hengel en het tellen van de ogen vanaf het tweede
deel van mijn hengel, kan ik de pen precies op de juiste diepte zetten van de
stek waar ik begin. Langzaam laat ik het zaakje in het water zakken voor de
duiker. De stroming neemt mijn pen mee tot net voor de ingang van de duiker. Ik
rem af. Het pennetje blijft net zichtbaar. En nu maar hopen dat het pennetje
niet te lang zichtbaar blijft.
Getuige het feit dat de pen af en toe wegzakt, merk ik dat
er vis is. Voorheen sloeg ik hier veel aan op lijnzwemmers. Ook nu zijn er weer
enkele lijnzwemmers, maar ik heb ervaring opgedaan en sla bij die duiker niet
zomaar aan. De pen moet echt vertrekken voordat ik aansla. Eerder heeft geen
zin. Dit komt door de stevige stroming die er bij de duiker staat en de vissen
die flink met hun vinnen aan het werk zijn. Valsgehaakte vis vangen is hier
niet moeilijk…
Helaas komt er geen aanbeet die volledig doorzet bij de
duiker en ik schuifel dan ook behoedzaam naar de voerstek die tussen wat losse
rietstengels is gemaakt. Rietstengels die af en toe opzij worden gedrukt!
Meteen stijgt mijn hartslag tot onmetelijke hoogten. Als ik dan ook nog eens op
een dikke ‘bruisplakkaat’ word getrakteerd, is het feestje compleet. Snel stel
ik de diepte opnieuw in en plaats ik de pen voorzichtig tussen de rietstengels.
Shit, iets te ondiep afgesteld. Ik haal de boel voorzichtig weer omhoog, maar
mijn onderlijn blijft op zo’n halve meter boven het water in een rietstengel
hangen. Nogmaals ‘shit’! Voorzichtig trek ik de boel op spanning en gelukkig
krijg ik het zaakje los. Maar mijn lijn wikkelt zich wel enkele malen om de top
van mijn hengel. Behoorlijk in de war en in de knoop.
Ik kijk naar het water en de vis zit er nog steeds. Lijkt
zich van geen kwaad bewust. Het lukt me om alles uit de knoop te halen. Ik
controleer de haakpunt weer en het nylon: alles nog in orde. Het pennetje
schuif ik iets meer omhoog en plaats het aas weer tussen de rietstengels. Onmiddellijk
begint de pen te ‘waggelen’. Ik wacht af, maar na een minuut of vijf wordt het
stil. Hmmmm, heeft de karper toch onraad geroken? Ik wil een kopje koffie
inschenken en wend mijn blik van de pen af. Op het moment dat ik wil inschenken
werp ik toch weer een blik op de pen en zie deze de diepte induiken. De thermosfles
en dop krijgen vliegles. Ik sla aan op een felle krachtpatser. Niet groot, wel
fijn. Na het terugzetten drink ik eerst maar eens een kop koffie…
Niet groot, wel fijn... |
Hierna leg ik de hengel even terzijde en ga ik de andere
voerstekken bekijken. Geen activiteit bij de vuilbalk, geen activiteit tussen
de lelies. Ik speur nog eventjes rond op andere plekken tussen de lelies.
Plekken waar ik niet gevoerd heb. Ik kan geen activiteit vinden. Dan ga ik toch
maar weer bij de duiker proberen. En het gaat razendsnel. De pen heb ik amper
scherp staan, of deze zakt enkele malen wild onderwater. Na de derde keer
blijft de pen weg en zie ik hem onderwater versnellen. Ik sla aan. Een prachtig
gekleurde karper heb ik aan de haak. Beduidend groter dan de vorige! Het lukt
me om de vis hoog in het water te houden en daardoor kan de vis er geen sprint
uitpersen. Alleen maar beter met dat lelieveld recht voor mijn neus. Tijdens
het drillen krijg ik vaak een koud water douche door de staart van de karper.
Binnen drie minuten ligt de vis op de kant. Echt even de tijd nemen om te
bewonderen. Puntje gaaf! Zeer tevreden zet ik de vis weer snel in het water.
Puntje gaaf... |
Ja, toch...! |
De pen duikt onder, ik wacht totdat ik mijn lijn zie ‘lopen’ en sla dan pas aan. Het werkt. Ik haak weer een mooie karper. De karper sprint onder de balk door. Ik duw mijn top onder water zodat mijn nylon de balk niet raakt en de vis komt langzaam maar zeker weer in het veilige gebied. Dik tevreden schep ik weer een mooie karper. In anderhalf uur tijd drie karpers. Wie zegt dat laat beginnen niet loont?
Tussen 10:00 en 11:30.
Groet,
Dale
zondag 11 september 2016
karper winst
Voor het verslag verwijs ik je door naar het blog van Hans Koeslag; http://kruimopjekurken.blogspot.nl/2016/09/penvissen-met-dale-tussen-de-mini.html
donderdag 11 augustus 2016
Ergens in Nederland, met Hans Koeslag.
Ergens in Nederland, met Hans Koeslag
Nadat Hans bij mij op bezoek is geweest, ‘moet’ er altijd
een vervolg komen. Een vervolg in zijn gebied.
Ik kom daar graag. Hans heeft prachtige wateren tot zijn
beschikking. Wateren waar ik normaal gesproken niet snel voor zou kiezen, omdat
ik nou eenmaal opgegroeid ben met ‘het poldervissen’. Ik mag dan ook wel zeggen
dat ik heel veel heb geleerd op het gebied van vissen bij Hans en ook van Hans.
Het vissen in een gebied waar met grote regelmaat mensen voorbij komen, was
even flink wennen voor mij. Hans kon het heel treffend omschrijven: ‘Als je
eenmaal op jacht bent naar karper, dan vervaagt alles om je heen. Een soort van
tunnelvisie ontstaat’. Ik kan niet anders concluderen dan dat Hans hier
volledig gelijk in heeft! En daarom zijn die uitstapjes naar Hans, voor mij,
van grote waarde! We komen niet bij elkaar om te ouwehoeren, maar om te vissen.
Ja, tijdens een bakkie of tijdens een ‘rustmoment’ praten we wat. Maar we zijn
bij elkaar om uiteindelijk resultaat te boeken. Als twee fanatieke jongetjes
jagen we de karpers achterna……
9 augustus.
Om 2:30(!!!) gaat mijn wekkertje. Ik heb een loodzware
werkweek gehad en de vermoeidheid slaat toe, maar ik heb erg naar deze dag
toegeleefd. Ik sta binnen vijf minuten beneden en zet een pot koffie.
Ondertussen breng ik ook alvast wat visspulletjes naar de auto. Snel slurp ik
de tweede bak koffie naar binnen. De rest van de gezette pot koffie gaat in de
thermoskan. Na een uurtje begin ik aan de rit van 1 uur en 26 minuten.
De rit verloopt vlekkeloos. Bijna geen hond op de weg, op
wat vrachtwagens na. Ik zoef over voornamelijk snelwegen. En wat is het nog
donker. Ik voel me bijna alleen op de wereld. Een zeer zware, melancholische cd
zit in de cd-speler van de auto. Ik denk aan het feit dat mijn gezinnetje zes
dagen met vakantie is en ik geen vakantie heb… Plotsklaps sta ik al bijna bij de
voordeur van Hans. Het is 4:45 en de rit verliep sneller dan gedacht. Ik sta
stil in de straat en heb de radio van de auto zachtjes aan staan. Ik rook eerst
maar eens een sjekkie, voordat ik op de ramen van Hans klop.
Mensen die hun hond uitlaten kijken wat vreemd naar mij. Een
vreemd persoon bij hun in de straat, zo vroeg? Wat mot dat? Ik voel me niet
helemaal op mijn gemak. Mensen kunnen in deze tijd vreemde, angstige dingen
denken. Ik loop maar gauw naar Hans….
Heerlijk om weer bij hem naar binnen te lopen. Lekker bakkie
koffie en een beetje de plannen doorspreken. Als klap op de vuurpijl heeft Hans
ook nog een verassing voor mij: een artikel voor de struintas die ik heb
aangeschaft. Dit artikel blijkt nagenoeg niet meer geleverd te worden, maar het
is wel meteen het belangrijkste artikel. Zonder dit artikel, is de tas een stuk
minder bruikbaar. Ik maak een sprongetje van geluk! Maar er gaat wel een e-mail
naar de leverancier….
Goed. Het vierde bakkie koffie heb ik inmiddels in de
mik(met de twee van thuis meegerekend) en het is tijd om op pad te gaan. Een
korte autorit volgt en we zijn al vlot bij het water. Inmiddels begint het te
schemeren. Ik zie een zeer donker wolkendek aan komen rollen en Hans vraagt mij
wat ik denk. Nou, Hans, regenpak maar aan denk! We beginnen met het aanvoeren
van bepaalde stekken. Om elkaar niet in de weg te zitten met
voeren/voerplekken, besluiten we om naar elkaar toe te werken. Al gauw heb ik
vijf voerplekken gemaakt. Dan is het nu tijd om de hengels en dergelijke te
pakken. Het wolkendek zit inmiddels boven ons en de eerste, dikke druppels
vallen naar beneden. Deze druppels vloeien met gemak over naar een heftige
stortbui. Het maakt me allemaal niet uit. Ik zit prima met mijn regenpak aan.
Na ongeveer een uur, het is nu rond 7:00, kom ik bij mijn derde voerstek aan.
Ik zit er naast een karakteristieke boom. De overkant is begroeid met van alles
en nog wat. Vooral overhangend struikgewas, maar ook takken van wat steviger
planten-/bomenspul.
Mijn pennetje staat op ongeveer twee meter uit de kant. Iets
te diep afgesteld, aangezien ik nog maar 1 a 2 millimeter van de oranje antenne
zie. Een halve centimeter houd ik vaak aan, maar dat is natuurlijk een
persoonlijke voorkeur.
Wat zie ik nu?? Er was een vreemde, lichte beweging te
ontwaren aan mijn pennetje! Hij zakte toch duidelijk iets weg. Er is nu niets
meer over van de een a twee millimeter. Het pennetje blijft onderwater staan,
doch nog steeds zichtbaar. Ondertussen is het opgeklaard en schijnt de zon haar
stralen door het bladerdeken van enkele grote bomen. Het lijkt alsof de hitte
van het water afgekoeld wordt door de zon. Het water stoomt! De flarden damp
zweven als geesten over het water. Aan de overkant zie ik opeens een ijsvogel
vertrekken en, als ik het goed heb, hoor ik jonge ijsvogels piepen.
Ik kijk weer naar mijn pennetje. Pennetje? Dat pennetje zie
ik met een sneltreinvaart wegflitsen! Voordat ik kan aanslaan, heeft de vis
zichzelf al gehaakt. Ik geef nog een laatste tik, voor zover dat mogelijk kon
zijn. Een karper stoomt weg, gebruikmakend van zijn/haar gewicht. Geen snelheid
zoals ik in West-Friesland gewend ben. De vis pakt enkele meters nylon, maar
blijft daarna onder mijn top cirkelen, af en toe een korte uithaal producerend.
Met bonzend hart sta ik de karper moe te maken. En weer vliegt de ijsvogel
rakelings langs mijn hengel, de oeverbegroeiing in. Ik hoor weer het gepiep. Ik
bedenk mijzelf dat ik nog nooit zo’n mooie belevenis van een dril heb
meegemaakt. Wat een ambiance! Tijdens het drillen zie ik Hans aan komen
fietsen. Ik wuif naar hem. Al snel staat Hans naast me en hij schept de vis.
Een prachtige karper is voor even van ons... |
Een prachtige karper is voor even van ons! Hans maakt foto’s en we feliciteren
elkaar. Middels de onthaakmat schuift de vis zo weer netjes het water in. Zo,
nu eerst een sjekkie. Hans heeft ook al een flinke vis aan de haak gehad, maar
Hans heeft de strijd helaas verloren. Na deze aanbeten, zo snel al, hebben we
goede hoop op een nog positiever verloop van de dag.
Hans en ik gaan ieder ons weg weer. Ik voer wat bij op de
voerstekken en loop ze 1 voor 1 af. De activiteit van vis lijkt af te nemen,
gezien het feit dat ik 4 uur lang geen stootje meer krijg. Toch zie ik her en
der nog sporen van karper. Opeens gaat mijn telefoon. Het is Hans. Of ik naar
hem toe wil komen, want hij heeft er een karper aan zitten. Ik loop met een
ferme pas naar de andere kant van het water. Vanaf een afstand zie ik Hans de
vis scheppen. Ik weet alleen nog niet wat voor formaat hij in het net heeft
zitten. Hans heeft een inventieve manier gevonden om de schepnet steel vast te
zetten in de grond, terwijl het net met inhoud in het water blijft. De steel is
verankerd in de grond. Hans heeft wel meer van dat soort inventieve dingetjes
en ik geniet daar enorm van. Wat een handige, slimme kerel! Helaas bezit ik die
eigenschap niet….
Ondertussen pakt Hans alles bij elkaar voor het onthaken en
fotograferen. Hans zegt dat hij ‘net zoiets heeft als die van jou’. Hij tilt
het net op en ik barst in lachen uit. Zoiets als die van mij?? Deze is nog wel
eventjes een stuk groter, hoor! Wat een absolute bak van een vis. Hans vertilt
zich bijna en moet hierna ook een beetje lachen. Een pondje of 25 is ‘ie wel.
Voor mijn gevoel zwaarder, maar we hebben niet gewogen.
Een pondje of 25 is 'ie wel... |
Een man met hond komt
kijken en hij vraagt ons of we die werkelijk hier ‘uit hebben gehaald’. ‘Nee’,
zegt Hans, ‘die heb ik een paar honderd meter verderop gevangen, daar, dat
kruispunt over’…De man vraagt wat voor vis dit is en ik antwoord dat dit een
heuse snoek is. Hans moet hardop lachen en de man vervolgt zijn weg. Tijdens
het onthaken kijk ik nog even naar het water. Wat zie ik? Ik zie een flinke
bellenplakkaat op nog geen meter uit de kant, terwijl wij druk bezig zijn met
de karper op de kant. Ik sis naar Hans en grijp mijn hengel. Heel voorzichtig
laat ik mijn haakaas zakken. Helaas. De vis zwemt rustig weg. Het was nog een
beste ook…
Na deze vangst gaan we weer ieder ons eigen pad. Ik blijf
een beetje in het gebied van Hans plakken, omdat we hier duidelijk meer activiteit
van vis zien dan in ‘mijn’ gebied. Helaas levert het niets op. Ik loop weer
terug naar een andere stek, dicht in de buurt van de stek waar ik eerder een
karper ving. Het pennetje registreert toch wat interesse in het aas! Ik ben
scherp en houd de opslag zeer kort omdat ik onder een boom zit. Een jongen komt
aanfietsen en vraagt ‘of het wat is’. Ik antwoord dat de brasem flink actief
is. De jongen blijft nog eventjes kijken, terwijl ik de hengel gespannen in de
hand houd. Hij vertelt dat hij vorige week hier een karper van 17kg gevangen
heeft. Gefeliciteerd.
De jongen fietst weg en wenst mij succes verder. De jongen
is net weg en mijn pen schiet onder. Ik sla zijwaarts aan vanwege de bomen,
maar haak helaas niets… Potverdikkeme!! Nou, eerst maar weer eens een bak
koffie drinken en een rustmomentje pakken. Die ‘rustmomenten’ duren overigens
niet langer dan 120 seconden. Hierna loop ik verder naar de eerste voerstek die
ik gemaakt heb. Ook hier zit ik onder een boom, maar heb ik wel gewoon de
ruimte om de hengel verticaal te kunnen heffen bij een aanbeet. Het blijft hier
rustig, maar toch zie ik op een meter of vier uit de kant regelmatig gekolk van
een karper. Het blijft bij gekolk.
Ondertussen komen er weer donkere wolken aanzetten, gevolgd
door opnieuw een plensbui. Al een poos wilde ik een andere stek bezoeken, maar
een groepje luidruchtige jongeren versperren de weg. In de polders hoef ik hier
geen rekening mee te houden. Ik ben er al een paar keer langs gelopen, maar had
er nu geen zin in. De regenbui jaagt de jongens onder enkele bomen en ik
besluit hierop naar een andere stek te lopen. De stek is diegene waar ik eerder
de karper ving.
Rond 12:30 staat het pennetje weer precies op de plek waar
ik de andere karper ving. Het pennetje zakt twee keer langzaam onder, maar komt
toch weer boven. Na een minuut of vijf kijk ik naar rechts, omdat ik iets
verderop een enorme bellenplakkaat zie. Ik maak al plannen om die kant op te
gaan, als plots de pen weer wegflitst. Ik geef een haal aan de hengel en haak een
zwaardere karper dan de eerste. De karper vlucht kortstondig onder de
overhangende struiken aan de overkant. Razendsnel duw ik mijn top flink
onderwater, om eventuele beschadigingen van de takken aan de lijn te vermijden.
Het lukt om de karper op die manier ook te doen kantelen, ook al was het een
woeste, eerste sprint van de vis. Hierna blijft de karper wat van links naar
rechts zwemmen langs mijn oever. Ik krijg een glimp van de vis te zien en op
het eerste gezicht lijkt het bijna een kopie van de eerste. Uiteindelijk kan ik
de vis scheppen en geef ik een belletje naar Hans. Als ik de vis uit het water
haal, blijkt deze toch nog flink wat groter dan de vorige! Mijn dag kan nu echt
niet meer stuk. En Hans maakt weer wat foto’s.
Nu kunnen Hans en ik elkaar weer eventjes spreken. Hij heeft
wederom een karper aan de haak gehad, maar na een dril van een minuut of drie
loste de vis. Gewoon ontzettend balen! Na een korte babbel gaan we weer ons
eigen pad. Ik besluit naar een duiker te gaan, in het ‘gebied van Hans’. Mijn
pennetje staat tegen wat vuil aan in een vuilhoek naast de duiker en al snel
schiet de pen vlot weg, waarop ik een gat in de lucht sla. Hmmmmm….Verdorie.
Daarna blijft het een kwartier stil. Op het moment dat ik de pen uit het water
haal, zwemt er een karper van de voerstek weg. Neeee……. Ok, op naar een andere
voerstek. Onder het lopen zie ik Hans op zijn stek zitten. We babbelen kort
over de situatie en dan loop ik weer verder. Tussen het vissen door had ik nog
een extra voerstek gemaakt. Het is nu tijd om die te bezoeken. Als ik daar
arriveer, zie ik stofwolken op de voerstek! Mijn hart slaat over. Ik zie ook
een schim cirkels draaien over de voerstek, stofwolken achterlatend. De donkere
schim is groot, erg groot. Al snel zie ik twee iets kleinere, donkere schimmen
de grote schim vergezellen. Hier moet iets te halen zijn! Nerveus blijven de
vissen de voerstek verkennen. Opeens zie ik de grote schim richting mijn
haakaas zwemmen en even halt houden. De pen krijgt twee tikken, maar daarna
gaat de vis weer verder. Helaas, deze trapte er niet in. Hans komt weer aangefietst en ik vertel hem het
tafereel. Het is 14:15, maar we gaan toch nog eventjes door tot 15:00, ondanks
dat ik om 14:30 naar huis wilde gaan. Immers, zo’n visdag eindigen met zo’n lange
terugrit naar huis, gaat men niet in de koude kleren zitten! Toch wagen we het
er nog even op. Ik loop weer verder richting het beginpunt van de visdag. Ik
zie Hans er zitten. Onder het lopen vallen mij enkele bellensporen op. Ik tuur
het water in en zie op de bodem twee vissen rondzwemmen. Ik plaats mijn
pennetje er tussenin. Ook nu lukt het niet, ondanks dat de vissen actiever
lijken dan eerder op de dag. Misschien komt het ook wel door de tijdsdruk die
ik voel om naar huis te gaan. Het einde is in zicht.
Ik loop door naar Hans, die onder een boom zit. Hij wenkt me
met spoed te komen! Samen staan we onder een boom. Ik tuur naar het water en
Hans wijst mij een enorme karper. Ik weet even niets uit te brengen… De vis
deed mij voor eventjes terug denken aan een stek welke ik jaren geleden nog
regelmatig bezocht. Daar zag ik toen ook van die gigantische monsters. Ik
schrik weleens van imposante vissen die ik zie, maar deze slaat echt alles.
Alsof het nog niet genoeg is; ik tuur het water verder af en zie van rechts een
enorme torpedo door het water schuiven. Ik wijs Hans erop, die zijn polaroid
zonnebril op heeft. Hij zegt dat dat een graskarper is van 1 meter en 25
centimeters. Twee grote vissen en ze zijn op zoek, maar niet naar ons….
Wat een dag! En toch wel een groot succes. Prachtige vissen,
een ijsvogel en een zeer goede gastheer. Maar, we hebben er keihard voor
geknokt. En niet zonder resultaat!
Ik heb zin om weer heen te gaan ;-).
Groet,
Dale
Abonneren op:
Posts (Atom)