Ik heb naar vandaag(9 mei) uitgekeken. Gewoon, om te penvissen op
karper. Het is wel een aparte visserij zo af en toe: eerst wachten totdat mijn
dochters naar school gaan en dan kan ik zo rond 8:50 starten met voeren. Dit
zijn vreemde tijdstippen om te starten, want voor wat betreft mijn visserij kan
het mij niet vroeg genoeg. Ach, we nemen het maar zo als het is.
Voor vandaag was er een fijne temperatuur voorspeld, maar
ook perioden met regen. Zoals ik wel eens eerder heb verteld, vind ik het
weerbeeld niet eens zo belangrijk maar de temperatuur wel! Mijn regenpak gaat
mee en dat was geen overbodige luxe…
Als ik in de polder arriveer, m’n autootje uitstap en die
heerlijke mestlucht opsnuif, dan merk ik pas hoe kalm ik ben. Ik ga me niet
haasten en ik neem mij voor dat de tijd niet tegen mij gaat werken. Sterker
nog, ik ga gewoon niet op de tijd letten.
Ik kijk een beetje in het rond. Langs het water en richting
de lucht. Het lijkt erop alsof er regen aankomt. Ik besluit mijn regenpak maar
vast aan te trekken. Zo hoef ik meteen minder mee te zeulen.
De duiker deelt het water in tweeën. Dit komt omdat er aan 1
kant van de duiker een metalen rooster de ingang verspert. Aan de ene kant zie
ik regelmatig dikke golven vanuit de kant komen. Steeds op verschillende
plekken. Ik krijg het idee dat de karpers nu iets anders aan hun hoofd hebben.
Toch maak ik een drietal voerplekken rond deze kant van de duiker. De andere
kant op kan ik heerlijk over het weiland slenteren en ik maak vier voerplekjes,
op ruime afstand van elkaar. Denk aan gemiddeld 50 meter tussen elke stek. Op
de plekken direct rond de duiker heb ik met grover aas gevoerd. Op de plekken
waar minder stroming staat heb ik met fijn spul gevoerd. Gewoon, een testje
voor mezelf.
Na het voeren loop ik terug naar de eerste, aangevoerde stek
en de eerste, dikke druppels komen al neer op mijn capuchon. De hengel wordt
opgetuigd, het aas gaat aan de hair, het schepnet wordt uitgeklapt, het aas
dwarrelt naar de bodem en de pen staat perfect. Weinig stroming(relatief gezien
op deze stek) en weinig wind. En het regent warm water…
Op het nieuws hadden ze het over ‘enkele’ buien, maar hier
blijft het regenen tijdens mijn gehele sessie. En hard ook. De karper schijnt
zich er niets van aan te trekken. Na enkele malen de voerstekken bezocht te
hebben richting het weiland en twee keer misgeslagen te hebben, ga ik mij weer
op de voerstekken rond de duiker zelf concentreren. Het metalen rooster houdt
al het drijfvuil tegen, wat normaliter zo door de duiker heen stroomt. Een
prachtige schuilplek voor karper en ander vis, want het is echt een flink pak
drijfvuil. Mijn pennetje wordt er weer tegenaan geplaatst en ik schenk mezelf
maar weer eens een bak koffie in. Onderwijl naar elke vorm van activiteit van
karper speurende.
Langzamerhand wordt de stroming sterker en wordt mijn
pennetje driftig tegen het drijfvuil gedrukt. Het rode puntje wordt steeds
moeilijker te traceren doordat de stroming de pen onder wilt duwen. En dan
gebeurt het: de pen is opeens niet meer zichtbaar, het nylon strekt zich als
een bezetene, ik sla aan. Een klap op de hengel en een vis die er vandoor snelt.
De beker met koffie is, natuurlijk, weer omgevallen. Eventjes sta ik te
drillen, als de vis zich snel laat zien. Het lijkt op een verwilderde schub.
Een vis die ik hier nog niet gevangen heb. Na een minuut of vijf ligt de
snelheidsduivel op de mat. Duidelijk zie ik verwondingen van de paai. De vis
gaat snel weer het water in.
Toen ik hier vanmorgen begon te vissen, dacht ik al dat de
paai zijn intrede had gedaan. Dit kon je merken door de vele kringen die uit de
kant kwamen en vissen die achter elkaar aan zwommen. Maar goed, ik was hier dus
nog niet zo zeker van. Wel bedacht ik mij toen direct dat er waarschijnlijk
niets gevangen zou worden. Het liep dus toch anders.
Na deze vangst strooi ik wat voer bij en ga weer richting
weiland. Een heerlijke wandeling door het hoge, malse en natte gras. Maakt me
niets uit, want ik heb uitstekende, nieuwe wandel/trekkingschoenen gekocht. En
wat hebben zij hun dienst bewezen vandaag! Echter, aan deze kant van het water
is geen karper te bekennen. Ik zie geen activiteit op en rond mijn voerplekjes.
Ook niet als ik gewoon het water afspeur naar activiteit op zich. Goed. Met nog
een uur tijd(ik moest wel nu, want de jongste komt dan thuis van school…)
besluit ik mij volledig op en rond de duiker te concentreren aangezien daar de
meeste activiteit te vinden is.
In de volle regen plaats ik mijn pennetje tegen een
rietstengel aan. Tijd om te zitten is er nauwelijks; het pennetje stijgt wat,
zakt weer terug en gaat er dan vandoor! Ik sla aan en een woeste vis heeft een
even zo woeste uithaal. Links van mij begint er al een flink lelieveld te
ontstaan. De vis wil daar duidelijk naar toe. Als een vis eenmaal een obstakel
dicht in de buurt heeft ‘geroken’, dan zetten ze vaak nog een extra versnelling
bij. Ook deze vis doet dat, en de hengel krijgt flinke klappen te verduren. Als
een bezetene schiet de vis van oever naar oever. Bijna stuurloos lijkt de vis
wel. Gelukkig is mijn materiaal in perfecte staat en dit zorgt ervoor dat ik de
verschillende uithalen enigszins met een hart gerust kan pareren. Ik hoef ook
niet bang te zijn voor lijnbreuk.
De oever waar ik op sta te drillen is redelijk hoog. De
brandnetels staan ook hoog… De vis is klaar om geschept te worden en ik glijd
onderuit, met mijn handen vol in de brandnetels. Dit heb ik al zo vaak gehad,
dat het onderhand routine is geworden om ook dan de hengel en het nylon onder spanning
te houden. Vanaf een afstand bekeken lijkt me dit wel een komisch gezicht.
De vis ligt op de kant en het is echt zo’n strijder. De
vinnen worden constant aangespannen en als ik de vis aanraak, dan spant de vis
elke spier aan in het lichaam. Blijkbaar nog niet klaar met ‘vechten’. Het is
een trotse vis, maar ook puntgaaf! Snel enkele foto’s en weer veilig het water
in.
Een 'Stoere Ridder...' |
Ik besluit hierna naar het pakket drijfvuil te gaan, de
oever tegenover mij. Na een minuut of tien krijg ik het idee dat ik op die
voerplek geen vis meer ga vangen. Ik trek mijn stoute schoenen aan en loop weer
terug naar de plek van de gevangen, ‘Stoere Ridder’. Feitelijk ligt mijn
pennetje een kwartier na vangst weer op dezelfde stek. Ik verwacht niets, maar
goed, ik heb nu nog zo’n 15 minuten te vissen.
De pen ligt weer naast de rietstengel, maar niet voor lang!
Direct is er weer interesse in het aas. Het pennetje ‘huppelt’ een beetje en
gaat dan langzaam onder. Ik haak een hoogzwangere dame. Een logge, trage dril
volgt, maar komt al binnen vijf minuten tot een eind. Het is wel de grootste
van de dag. De haak is er zo uitgewipt. Even
bewonderen, twee foto’s maken. De onthaakmat wordt erbij gepakt om deze vis weer netjes terug het water in te kunnen zetten. Ik controleer of de borstvinnen goed gevouwen
zijn, de onthaakmat klap ik dicht en ik loop naar een plek waar ik de vis
makkelijker via de onthaakmat het water in kan laten glijden. Toch nog drie
vissen weten te vangen. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht.
Ik ben maar een eenvoudige visser…
Groet,
Dale