Het pennetje staat scherp afgesteld bij de duiker. Het aas ligt op een richel van ondiep naar dieper water. De juiste plek, zo blijkt, want al snel zakt de pen onderuit en zwemt dieper en dieper weg, tegen de stroming in. Ik wacht tot ik mijn uitstaande lijn zie strekken en dan sla ik aan.
De gehaakte karper weet niet wat zich overkomt en komt al snel naar de oppervlakte. Ik houd de vis daar dan ook. Na enkele minuten kan ik de vis al scheppen. Geen enkel moment heeft de slip van de molen het werk hoeven overnemen van de hengel en het nylon.
Een mooie polderschub is weer even voor mij.
Puntgave bek... |
Dale