zondag 12 april 2020

De stofwolk

De stofwolk.

Materiaal...
Het heeft weer een tijdje geduurd voordat ik een nieuw avontuur kon beschrijven. Redenen genoeg, maar de belangrijkste is toch wel die vervelende PTSS. Wat een 'etter' is dat, zeg! Nu heb ik daar therapie voor gevolgd(EMDR) en dat heeft zeker zijn uitwerking gehad, maar het blijft toch vaak een strijd met jezelf. En dat kost tijd, heel veel tijd. Ik denk dat ik er nooit meer vanaf raak. De psychologe beaamt dit. Wat ik wel kan doen, is er mee leren leven en de signalen op het juiste moment herkennen en daar naar handelen. Dat begint nu beetje bij beetje te lukken.
Daarnaast had ik belachelijk veel last van migraine aanvallen. Ik heb verschillende wegen bewandeld om dit het hoofd te bieden; acupunctuur en medicatie. Beide hebben gewerkt. De medicatie(Metoprolol) heeft dus gewerkt, maar de bijwerkingen die ik daarvan kreeg waren bijna erger dan de migraine zelf. Ik besloot de medicatie af te bouwen. Sommige bijwerkingen zijn gebleven en ik denk dat dat te maken heeft met mijn PTSS(angst), maar de migraine is tot nu toe weggebleven! Dus nu al enkele maanden migraine vrij. En dat is iets heel positief.

Goed, genoeg over mezelf. We gaan verder met het 'visavontuur'!

9-4-2020 stond mijn tweede sessie van het jaar op het programma. Ik gebruik de eerste sessies om het water na de 'koude' maanden te inspecteren. Mijn eerste sessie leverde een mooie karper en een brasem op. Beide gevangen rondom duikers. Nu was het tijd om een groot polderwater te bezoeken. In de zomermaanden ligt het hier vol met watergentiaan. Naar mate het seizoen vordert is het nagenoeg dichtgegroeid en is het niet meer verantwoord om daar te vissen. Op dit moment is het water nog helemaal schoon en kaal, op enkele dorre, vaalgele rietstengels na.

Om 5:00 gaat de wekker. Ik hijs mezelf uit bed. Vroeger, toen ik nog stratenmaker was, had ik minder moeite om vroeg uit bed te gaan. Nu ik meestal laat in de middag begin met werken( 'De' zorg), is dat ritme een beetje verdwenen. Inmiddels pruttelt het koffiezetapparaat en tijdens het wachten op de heerlijk verse koffie, doe ik alvast de meeste visspullen in de auto. Na het nuttigen van twee kopjes koffie, is het tijd om te vertrekken.
Onderweg wordt het langzaamaan licht. Op sommige plekken langs mijn route, rijd ik wat hoger door een dijk. Het is een prachtig schouwspel deze ochtend! Een dikke laag mist hangt over de weilanden. Ik zie een boerderij welke half uit de mist steekt. Het doet wat winters aan allemaal. Spookachtig ook, een beetje.

Spookachtig...
Rond 6:30 arriveer ik op 'mijn' stek. Ik stap uit en er heerst een serene stilte om mij heen. Ik ben bang dat als ik de autodeur dichtsla, het lijkt alsof er een bom ontploft. Ik pas me aan de situatie aan en doe alles zo behoedzaam mogelijk. En ook een paar versnellingen lager.

Voelt bijna 'winters' aan...
Na het pakken van mijn spulletjes heb ik nog een wandeling van ongeveer 10 minuten voor de boeg. Ik sluip bijna naar mijn stek, waardoor de wandeling een eeuwigheid lijkt te duren. Ik kan ook hoogstens een meter of 20 voor me kijken door die mist. De ganzen en eenden merken mij wel op en die maken een hoop kabaal, helaas. Maar die kabaal is nog op redelijke afstand van 'mijn' stek, dus ik maak mij niet al teveel zorgen.
Ik maak een paar foto's tussendoor om de sfeer vast te leggen. Inmiddels lost de mist geleidelijk op.

Wat een prachtige ochtend!
Aangekomen op de stek, begint mijn 'voerronde' en een eerste inspectie van het water: voerplek in een bocht van een kruispunt; voerplek bij in het water staande rietstengels waar drijfvuil blijft 'hangen'; voerplekken op inhammen in het weiland. Dat zijn ondiepe plekken. Maar ik maak ook voerplekken op stekken waar ik vorig jaar karper ving. Op het eerste oog is niets te zien op die plekken, maar ik ontwaarde toch wat dorre stengels onderwater. Hoe meer ik het water 'af loop', hoe ondieper het wordt. Gunstig voor als het later die dag warmer wordt.

Na het maken van de voerplekken maak ik, op een afstandje van een meter of 20 van het water, mijn hengel en andere spullen in orde. Tegelijkertijd nuttig ik een bak koffie. Daarna is het tijd om te beginnen.

Ik verwacht niet veel, maar als amper 5 minuten na het inleggen van mijn pennetje deze al tekenen van leven registreert, raak ik optimistisch. Het zijn nog geen 'doorzetters', maar dat vind ik niet erg. Elk teken van leven is op dit moment welkom. Ik schuif op naar een volgende voerstek. Ook daar al snel tekenen van leven: de pen draait wat rond, zakt af en toe een paar millimeter en dat gaat zo enkele minuten door. Maar nog geen doorzettende aanbeet. Ik besluit deze voerplekjes direct licht bij te voeren en schuif op naar de overige voerstekken. Daar krijg ik nog geen tekenen van leven. Op mijn laatste voerstek, de ondiepste van al mijn voerstekken, krijg ik weer de zakkers en tikjes op de pen. Maar daar blijft het bij. Na het licht bijvoeren van deze stek, besluit ik weer vanaf de tweede voerstek te beginnen; de stek in een bocht van een kruispunt. Het pennetje wordt zorgvuldig tegen het drijfvuil geplaatst en direct krijg ik fellere aanbeten.

Genieten...
Ook nu begint de pen wat rondjes te draaien, stijgt ietsjes, loopt net niet weg. Maar dan schiet 'ie opeens toch weg! Ik geef de hengel een haal en haak een karper. De vis perst er een sprint uit, daarna kan ik 'm rustig terug halen. Nog een kort gevecht onder de top en dan schuift de vis rustig mijn net in. Een prachtige polderkarper van rond de 70 cm. is kort op het droge. Enkele foto's en een minuut of twee later, zwemt de vis de vrijheid weer tegemoet. Mooi! ik ben nu al tevreden.

De eerste van de dag...
Ik voer meteen weer wat bij en schuif op naar de volgende voerstekken. Deze leveren niets op en ik wandel zeer kalm naar mijn laatste voerstek. Wat ik bij aankomst aantref, maak ik niet vaak mee: door de manier hoe de zon het licht op het water laat vallen, zie ik stofwolken op een stuk van 4 meter breed langs de oever, tot een meter of drie het water in! Ik kan niet zien of dit karpers zijn, of dat het een school brasems is. Ik zie wolken ontstaan terwijl ik nadenk waar ik mijn pennetje moet gaan plaatsen. Immers, lijnzwemmers zijn nu een serieus risico. Ik gok het er maar op.
Het pennetje plaats ik tussen de stofwolken en wacht af. Ik sla tweemaal mis, resulterend in een boeggolf, maar het vreetfestijn gaat door. Ik besluit mijn aas wat te verplaatsen en dan zie ik een bronzen flits erop duiken. De pen schokt, steekt iets op en schiet dan weg. Ik kan de reactie van de vis onderwater zien op het moment dat ik aansla. Ik zie een forse flank een schok krijgen. Dan neemt deze vis een fantastische sprint. En doet dit nog enkele malen. De turbo werd aangezet.
Deze vis is groter dan de vorige vis, maar ook iets anders gebouwd. Gestroomlijnder. Ook deze vis komt op de kant en meet 72 cm. Allemachtig prachtig!

Allemachtig prachtig!
Na het maken van de foto's zet ik de vis weer terug en voer ik bij. Ik inspecteer de haak en constateer een licht verbogen haakpunt. Tijd om de boel te verversen en een kop koffie te nemen. Als het materiaal weer in orde is loop ik in een kalm tempo naar de stek in de bocht. Na hier een halfuur gezeten te hebben en geen teken van leven gezien te hebben, loop ik weer terug naar de stek waar ik de laatste vis gevangen had. De tussenliggende stekken laat ik even met rust, omdat ik na inspectie, geen activiteit zie. Wel beginnen de karpers lekker in de kant te 'smakken', maar dat is allemaal aan de overkant. Een meter of 25 van me vandaan.
Ik arriveer weer op de laatste voerstek. Ik zie geen activiteit in de vorm van stofwolken, maar ik bespeur een enkel belletje op de stek. Voor mij is dat reden genoeg om een poging te wagen.
Ik zit gehurkt een meter of 4 van de oever en plaats mijn pennetje tegen wat drijfvuil aan. Na een minuut of 5 denk ik een karperstaart te zien. Het lijkt alsof er weer een vis gearriveerd is. Dit vermoeden wordt bevestigd: de pen draait enkele, lome 'cirkels', steekt wat op(en weer zie ik die bronzen 'flits') en schiet dan weg. hangen! De kleine, dappere ridder is fel, maar ligt snel op de kant. De kleinste van de dag(55 cm.) zwemt weer snel in vrijheid rond. Genieten!

Dappere ridder...

Omdat de sessie er voor mij bijna opzit, besluit ik niet meer te voeren. Ik ga de andere stekken nog even een kort bezoekje brengen.

Eerst neem ik nog een kop koffie en ga dan weer naar een andere voerstek. Deze voerstek heb ik gemaakt op de 'punt' van een uitstulping van het weiland. Ik leg mijn pennetje op ongeveer 2 meter van de oever. Er gebeurt weinig en na ongeveer 15 minuten wil ik me weer verplaatsen naar een andere voerstek. Ik haal mijn pennetje uit het water, werp nog een schuine blik op de voerstek. Maar dan, dan zie ik twee minuscule kolkjes op nog geen 50 cm. van de kant. Om het te completeren zie ik ook een stofwolk ontstaan. Razendsnel stel ik het pennetje ondieper af en leg in. Weer een bronskleurige flits onderwater en weer knalt de pen er vandoor. Ik sla aan en voel een lompe 'bonk' op de hangel. De vis zwemt er massief vandoor. Wat een kracht, wat een lompheid! De vis krijg ik wel snel in de hogere waterlagen en zie dan meteen dat ik een grote karper gehaakt heb. Toch blijft de vis gestaag onder de top zwemmen. Ach, alle ruimte en deze geef ik ook. Op een rustige manier laat ik de vis zichzelf moe maken en op het juiste moment 'schep' ik de vis. Wat een prachtige vechtmachine ligt er in mijn net! 83 cm. Als zo'n vis op volle kracht is in dit water en het watergentiaan volop groeit, dan kan dat je zeer zware momenten opleveren. Maar daar doen 'we' het ook voor, toch?

Daar doen we het voor, toch? 83 cm.
De vis ligt op de kant en ik maak snel foto's. Hierna schuif ik de vis weer rustig het water in en geniet even na. Ik besluit dat het mooi geweest is voor vandaag. Ik ben moe. Moe, maar meer dan tevreden!


Groet,

Dale








vrijdag 9 augustus 2019

De kleine duiker

De kleine duiker.


De kleine duiker...



Eergisteren diende er zich weer een pensessie aan. Een van mijn favoriete stekken is een duikercomplex. Hier zijn twee grote duikers aanwezig, allebei met een dubbele in- en uitgang. Daarnaast ontdekte ik recentelijk, aan een naastgelegen water, een zeer kleine duiker welke ervoor zorgt dat beide wateren met elkaar verbonden zijn. Dit duikertje is weliswaar maximaal 50 cm. breed, maar is zeker 20 meter lang. Daarnaast is die duiker zeer goed verstopt en als je geen 'echte' visser bent, dan zal hij je zeker niet opvallen!

Om 6:00 ben ik aanwezig en ik maak bij alle in-en uitgangen van de duikers voerplekjes. Ik voer meestal niet meer dan twee handjes per stek. De stekken liggen dicht bij elkaar, dus ik kan ze snel bevissen/onderhouden. Bij de grote duikers staat een stevige trek in het water. Ik strooi hier met grof voer in de hoop dat dit eerder en langer op de bodem blijft liggen. Ik ben bang dat als ik met zeer fijn voer ga voeren, dit binnen de kortste keren alle kanten op dwarrelt en dat is iets wat ik in dit geval niet wil bereiken. Daarnaast wordt er flink wat regen en wind voorspeld voor deze dag. Vooral in de ochtend.

De vorige keer dat ik hier viste, leverde me dit 8 karpers op en mijn verwachtingen zijn dan ook enigszins hoog. Maar ik weet: het heet 'vissen' en niet 'vangen'. Ik blijf dus tegelijkertijd op mijn hoede voor tegenvallende resultaten. Ach, gewoon dat pennetje zien dansen op de golven zorgt al voor een tevreden glimlach op mijn gezicht.
Mijn gebruikelijke volgorde; voerplekken maken; teruglopen naar de auto; spullen pakken en voorbereiden; voerplekjes bekijken op eventuele activiteit van vis; beginnen. Ik heb mijn regenpak alvast aangetrokken, want ik zie in de verte toch al wat signalen dat er regen aankomt.
Goed. De hengel is opgetuigd en het peilen gaat snel. Dit komt omdat ik de diepte van dit soort stekken onthoud, middels het tellen van het aantal ogen van de hengel, vanaf het oog waar ik de haak aan bevestig als ik verkas. Ik zit dus bijna altijd in een keer goed met de diepte van dit water, op de gemaakte voerstekken. Daarnaast vind ik het niet erg als mijn pennetje onverhoopt iets onderwater staat. Ook dan zie ik de aanbeten feilloos. Iets wat ik de afgelopen seizoenen heb ontwikkeld bij mezelf.

Ik loop de voerstekken bij de grote duikers af. Aan de ene kant(in dit geval de instromende kant), is nauwelijks activiteit. Aan de andere kant zie ik toch wel her en der aasbellen. Niet op mijn voerstek, maar meer wat 'wild' in het midden van het water. De grote duikers leveren niets op en na ongeveer anderhalf uur besluit ik naar het kleine duikertje te verkassen. Hier begint ook meteen mijn leermoment:

Het duikertje is, zoals eerder gezegd, niet meer dan 50 cm. breed. Ik heb een handje voer direct voor de ingang compact gevoerd en een klein handje iets verder van de ingang verspreid gevoerd. Mijn pennetje plaats ik nu direct voor de ingang van de duiker. Binnen enkele seconden zeilt de pen al weg. Ik sla mis en voel niets. Dit herhaalt zich nog drie keer, met telkens hetzelfde resultaat. Ik besluit nu om iets langer te wachten bij de volgende aanbeet, want ik krijg het idee dat dit lijnzwemmers zijn.

De volgende aanbeet laat niet lang op zich wachten. De pen knalt er werkelijk vandoor en ik haak een mooie, forse vis! De vis sprint weg van de duiker, het open water tegemoet. Daar laat ik de vis uitrazen en dril de vis rustig naar mijn kant. Een mooie karper van 71. cm. ligt in mijn net en ik ben meer dan tevreden. Tegelijkertijd overdenk ik de situatie met de lijnzwemmers. Omdat de ingang van de duiker zo smal is en ik er pal voor lig, kunnen de karpers het voer en mijn lijn nauwelijks mislopen. Dit zorgt uiteraard voor meer kans van lijnzwemmers. Ik besluit mijn pennetje iets verder van de ingang te leggen. Misschien dat meer overdiepte ook had kunnen helpen, maar ik zit nu op het goede spoor, want het overkomt me niet meer.





Na deze vangst voer ik weer een handje voer en vis de andere stekken af, maar deze leveren helaas nog niets op. De kleine duiker laat ik even voor wat het is, omdat ik denk dat de stek te verstoord is door de vangst van de karper. Hoe mis kun je het soms hebben, achteraf bezien...
Omdat de grote duikers geen enkele aanbeet uitlokken, besluit ik naar een andere duiker aan het uiteinde van dit water te rijden. Te ver om te lopen, dus daarom rijd ik met mijn Berlingo die kant op. Ik voer vlot een handje voer per ingang en uitgang en hoop er het beste van. Ik merk dat de wind sterk toeneemt en dikke druppels regen vallen op mijn hoofd. Gelukkig heb ik nog steeds mijn regenpak aan, maar het wordt lastiger om mijn pennetje stabiel te houden doordat ik vrij hoog zit, de trek in het water en dan ook nog een behoorlijke golfslag. De pen wordt onderwater geduwd door deze omstandigheden, maar ik kan het oranje puntje nog net waarnemen. Dan komt de pen plots omhoog, zakt weer weg en begint tegen de stroom in te bewegen. Niet zeker of dit een aanbeet is, sla ik toch maar aan. Ik haak een kleine karper. Na wat gespetter kan ik toch de tweede van de dag onthaken. Zonder foto te maken, geef ik dit patsertje snel de vrijheid terug. Na een uurtje besluit ik het hier voor gezien te houden en rijd weer terug naar de stek van vanmorgen. Ik kijk of er activitiet bij de grote duikers is, maar ik doe dat een beetje gehaast. Mijn zinnen heb ik, op de een of andere manier, op de kleine duiker gezet. Ook hier blaast de wind volop. De pen plaats ik behoedzaam voor de duiker, maar nu met iets meer afstand tot de ingang. Direct zeilt de pen weg. Ik sla niet aan, maar wacht af. Duidelijk dat er vis zit, maar ik moet de aanbeet van de lijnzwemmers onderscheiden. Nadat de pen twee keer wegzeilt en weer bovenwater komt, verplaats ik mijn pen een beetje. Het blijft nu rustig. Na enkele minuten wil ik weer mijn pen verplaatsen, maar ik blijk vast te zitten. Toch vreemd, want het vastzittende gevoel vertaalt zich naar een bewegend 'iets'. Hmmm, ik sla voor de zekerheid maar aan en er blijkt een forse karper aan te zitten! Een zware sprint wordt ingezet. De hengel buigt diep en de slip neemt het over. De lijn zingt in de wind. Heerlijk! Omdat dit water zo schijn lijkt, doe ik het rustig aan. De vis nam een sprint naar het midden van het water en vliegt dan weer naar de oever, zo'n 20 meter links van mij. Dan komt de vis langzaam maar zeker weer voor mijn voeten terecht en blijft daar rondjes draaien. Kenmerkend voor de iets grotere vissen. Uiteindelijk kan mijn schepnet het laatste, veilige zetje geven. Op de kant blijkt de vis 77 cm. te zijn. Ik bal mijn vuist voor even. Snel enkele foto's en de vis zwemt alweer vrij rond. Handje voer strooi ik weer rond en daarna controleer ik mijn draad en haakpunt. Allebei aan vervanging toe. De haakpunt is verbogen en ik lijk enkele zwakkere plekken in mijn draad te voelen. We nemen het zekere voor het onzekere. En niet voor niets....


77 cm...

73 cm.




Nadat ik alles vervangen en vernieuwd heb, plaats ik de pen weer voor de duiker. Ongelofelijk: de pen krijgt twee 'zakkers' en gaat dan onder richting duiker. Ik sla weer aan en sta meteen met een hoepelronde hengel. De vis vlucht weg van de duiker, ook weer richting het ruime sop. De sprint is harder en feller dan de vorige, dus ik ben benieuwd wat voor verassing dit is. Ik verwacht een iets kleinere karper, maar ook iets slanker gebouwd. De welbekende 'torpedo schub'. Ik geniet wederom van de zingende lijn en gierende slip. Na drie uithalen van de vis, zit 'ie vrij vlot voor mijn voeten.


Een karper van 73 cm. is weer even voor mij! Prachtig! De vis zwemt alweer de vrijheid tegemoet, ik voer weer wat op dezelfde plek. Ook nu moet ik de haak vervangen, maar doe dit ook met het draad.
Het is eigenlijk bizar, maar hetzelfde riedeltje herhaalt zich! Direct bij het plaatsen van de pen, krijgt de pen twee 'tikken' en verdwijnt dan. Ik sla weer vast op een karper, maar helaas lost deze bij de eerste de beste sprint. Ik neem mijn verlies en vis het laatste uurtje ontspannen verder. Op een wegzeiler na, waar ik niet op geslagen heb, blijft het stil. Ik ben moe maar voldaan. Tijd om naar huis te gaan.

Het volgende penvisavontuur wat ik zal gaan beschrijven, gaat over een ontmoeting tussen Hans Koeslag en mij. Wij vissen daar tussen het watergentiaan. Succes en tegenslag liggen hier dicht bij elkaar...







Groet,

Dale

De eerste van het seizoen.

De eerste van het seizoen.


Ik loop wat achter in het (be-)schrijven van mijn penvisavonturen. Het zijn vele avonturen en vele vangsten die ik had willen beschrijven, maar mijn situatie liet het niet toe. Ik ga nu proberen om de draad weer langzaam op te pakken.

19 april, 2019 is mijn eerste, serieuze pensessie van het jaar. Ik heb er behoorlijk zin in, maar ik besluit het ook eenvoudig te houden: een rondje langs mijn vaste stekken en kijken of er leven in de brouwerij is. Daarnaast moet ik bepalen hoelang ik het zelf kan volhouden.

Ongeveer een kwartier met de auto van mijn huis, ligt een mooie stek. Een duiker die vaak wel vis oplevert. Duikers hebben sowieso de afgelopen jaren mijn aandacht meer dan gemiddeld aangetrokken. Als je 'een goeie' hebt gevonden, dan kun je je helemaal scheel vangen...
Maar goed. Ik rijd met de auto naar de duiker. Aan beide kanten maak ik een voerplek. Aan de ene kant van de duiker vang ik eigenlijk altijd een karper, maar aan de andere kant nooit. Toch blijf ik daar ook altijd een voerplekje maken, want je weet maar nooit!

Na het voeren zet ik mijn hengel in elkaar en bereid ik me rustig voor. Geen haast, want het voer moet z'n werk kunnen doen. Het pennetje stel ik scherp met tungsten putty, daarna knoop ik mijn onderlijntje eraan. Het warteltje is dan het gewichtje wat de boel langzaam laat zinken. Zo zit ik, voor mijn gevoel, scherp te vissen. Helaas krijg ik geen aanbeten en ongeveer twee uur later besluit ik naar een ander duikercomplex te rijden. Dit is veel groter en dieper water dan waar ik zojuist zat, maar de vangsten van vorig seizoen logen er niet om! Met gezonde spanning en gepaste verwachtingen maak ik ook hier weer twee voerplekken. Helaas lijken de karpers ook hier nog niet echt actief, ondanks dat mijn pennetje enkele malen interesse in het aas registreert.
Ik besluit weer terug te gaan naar de eerste duiker.

Mijn gevoel zegt me dat ik mijn pennetje 'moet' plaatsen aan de kant waar ik eigenlijk nooit een aanbeet krijg. Voor de ingang van de duiker ligt een hoop drijfvuil. Ik plaats mijn pennetje tegen het drijfvuil aan, precies voor de ingang van de duiker. Na een minuut of 10 wordt mijn pennetje omsloten door drijfvuil. En na nog eens een minuut of 10 lijkt mijn pennetje voor heel even iets te zakken en weer omhoog te komen! Ik schrik me een hoedje, maar alle hens aan dek nu... Het blijft een minuut of 5 weer rustig, maar daarna zie ik wat drijfvuil op een vreemde manier bewegen. Mijn pennetje krijgt twee rustige 'tikken', maar daarna vertrekt hij toch echt onder het drijfvuil. Mijn draad loopt strak en ik sla vast op iets wat zeer massief aanvoelt. De vis zwemt gestaag weg. Ik sta op en besluit met de vis mee te lopen, weg van het drijfvuil, richting schoner water. Mijn hengel staat hoepeltje rond, maar de vis neemt geen lijn meer. Een minuut of 10 blijft de vis rondjes draaien op een meter of 3 tot 4 vanuit de oever. Dan besluit ik de druk iets op te voeren en na ongeveer een kwartier in totaal geeft de vis zich gewonnen. De vis zit in het net en ik schrik eigenlijk van de forsheid. Dit had ik niet verwacht en ik vraag me af of ik deze vis nog zal verbeteren dit seizoen.

Bullebakje...
Toevallige voorbijgangers, zowel wandelaars als automobilisten, zien mij lopen met deze vis in het net. De wandelaars slaken zuchten van verbazing en vragen mij of deze vis 'uit dit kleine slootje' komt. 'Is dit een snoek ?' wordt er zelfs gevraagd. Nou goed, ik vraag aan een van de wandelaars of ze een foto van mij en de vis willen maken. Dat willen zij wel...
Tevreden zet ik de vis weer terug in het water. Het is goed zo. Ik ga naar huis.
Groet,
Dale

vrijdag 8 juni 2018

Nieuwe kansen


Nieuwe kansen.



Het is lang geleden dat ik een verslagje schreef. Door een zeer turbulente tijd was er gewoon geen ruimte meer in mijn hoofd. Ik heb verschillende pogingen ondernomen om een stukje te schrijven, maar telkens stokte het op een bepaald punt. Langzaam aan lijk ik weer meer energie te krijgen en met heel kleine stapjes kijk ik weer vooruit. Er is licht aan het einde van de lange, donkere tunnel…

Inmiddels ben ik(en mijn gezin 😉) verhuisd en pakken we langzaam de draad weer op. Een nieuwe woonomgeving betekent vaak ook nieuwe visgronden en ik ben dan ook flink op zoek! Wat is Google Earth dan ook een fijne uitkomst, maar ik schuw het ook niet om enkele atlassen te raadplegen. Gewoon, een ‘boek’ ter hand nemen. Nu weet ik wel dat er ook genoeg water is rond mijn nieuwe woonstek, maar ik merk dat ik zo vergroeid ben met de polder waar ik de afgelopen jaren heb gevist. Ik voel me dan een beetje verloren en stuurloos…

Tijdens een vrije dag besloot ik de auto te pakken en enkele potentiele stekken te bekijken. Ik blijf altijd zoeken naar wateren die gelegen zijn langs(of in de buurt van…) polderwegen. Vaak bouw ik van daaruit verder. Tijdens het rijden naar een potentiele stek, zie ik een smal water welke er uitnodigend uitziet voor de penvisser. Onthouden voor op de terugweg!
Op de potentiele stek aangekomen, zie ik dat het om een tamelijk groot water gaat. Het is een prachtig water; breed, veel riet, een gemaal en duikers. Het enige nadeel is dat dit water gelegen is aan een weg die vrij druk bezocht wordt door automobilisten. Een duidelijke sluiproute, maar er wordt in dit gebied ook enorm aan de hoofdwegen gewerkt. Diverse omleidingen resulteren in meer verkeer. Gelukkig zijn er genoeg opties om ver genoeg van de weg te kunnen zitten.
Tijdens het rondwandelen zie ik veel activiteit van vis in de vorm van flinke bellenplakkaten. Zowel van brasem, maar ook zeer zeker van karper! Eerlijk gezegd is er zo verschrikkelijk veel activiteit dat ik begin te trillen van de spanning! Een dag later is de eerste optie dat ik hier een pennetje kan laten zakken…




Ik heb genoeg gezien op deze stek en besluit naar het watertje te rijden welke ik op de route tegenkwam. Ook daar zie ik veel karper! Een stuk of 4/5 tussen de waterplanten, zoekend naar voedsel, maar ook duidelijk enkele karpers de bodem omwoelend… Goed, de spanning wordt mij wat teveel en ik ga weer naar huis. Thuis gekomen ga ik mijn hengels voorbereiden voor de sessie van morgen.

De volgende ochtend moet ik eerst mijn kinderen ‘klaarstomen’ voor school. Daarna kan ik pas op pad. Om 8:00 race ik richting de stekken. De eerste stek die ik weer tegenkom wordt aangevoerd en daarna is het 10 minuten verder rijden naar het grotere water. Ik maak voerstekken rond alle duikers en zet daarna rustig mijn hengels in elkaar en neem eerst even een bak koffie. Ondertussen kijk ik wat rond richting het water en zie ik al snel wat activiteit van karper tussen het riet. Helaas buiten mijn bereik, maar ze zitten in de buurt! Nu hopen dat ze mijn voer vinden. Ik blijf pendelen tussen de duikers en na een uur krijg ik de eerste, voorzichtige ‘tikken’ op de pen. Alle reden om scherp te blijven, maar er gebeurt verder niet zoveel. Toch denk ik dat karper voorzichtig mijn aas aan het testen was. Ik blijf ondertussen elk half uur de voerstekken af te wisselen, maar de enige stek die activiteit blijft weergeven, is de stek waar ik de ‘tikken’ op de pen kreeg. Ik blijf daar op zeker moment langer zitten. Een jongen in een auto komt langzaam voorbij rijden, duidelijk kijkend naar mij en mijn visserij. Hij rijdt door, maar komt even later weer terug en stapt behoedzaam en voorzichtig zijn auto uit en begeeft zich richting mij. Het is een rustige jongen en vraagt hoe het bij mij ging. We keuvelen wat en het blijkt dat hij eerder de ochtend een flink eind verderop heeft gezeten en enkele brasems en een karper heeft gevangen. Hij stelt zich bescheiden op. In mijn ogen een prettig persoon. Na dit korte gesprek wenst de jongen mij succes en vervolgt zijn pad.
Nadat de jongen zo’n 10 minuten weg is, wil ik mij eigenlijk gaan verplaatsen naar de eerste voerstek van vanmorgen. Een autoritje van 10 minuten. Maar op het moment dat ik mijn spullen wil gaan inpakken, vliegt de pen de diepte in! Ik schrik mij eigenlijk een hoedje, maar ben scherp genoeg om de hengel een zwiep te geven. Ik haak een prachtige polderkarper. De karper weet van wanten, maar ik kan de vis goed hoog in het water houden waardoor de karper er geen volledige sprint uit kan persen. Na een minuut of 5 schep ik een mooie vis van 69 cm op de kant. Dat gevoel als je je eerste vis op een nieuwe stek vangt is onbeschrijfelijk…



De vis is snel verlost van de haak en zwemt weer vlot rond. Inpakken en naar de volgende stek. Op deze stek heb ik ook een voerplekje gemaakt voor een duiker. Ik pak mijn lichtere penhengel. Een hengel die ik al jaren niet meer gebruikt heb en ook verschillende malen te koop heeft gestaan, maar ik ben nu blij dat ik deze hengel nog heb. Ik moet nog een beetje peilen voor de duiker en moet tot driemaal toe mijn pennetje verstellen. De vierde keer moet hij eigenlijk goed afgesteld staan, maar toch blijft de pen de diepte in duiken. Ik wil weer ophalen, maar het lijkt wel alsof ik vast zit aan een tak. Dan voel ik toch echt een vis aan de andere kant van de lijn! Hoe vaak dit me toch is overkomen… Goed, ik geef nog een goede tik na met de hengel en dan sprint er toch en karper vandoor. Enigszins bijgekomen van deze verassing, zie ik dat deze hengel heerlijk krom gaat. Ik was even vergeten hoe fijn het was om met deze hengel te vissen, maar bij flinke obstakels gebruik ik toch liever een andere hengel. Maar misschien kan deze hengel meer hebben dan dat ik tot nu toe dacht. Afijn, de vis trekt af en toe een meter of twee door de slip, maar verder vangt de souplesse van deze hengel in combinatie met de rek van de lijn veruit de meeste klappen op. Ook nu ligt er een prachtige vis van 68 cm na vijf minuten op de kant. Wel een totaal andere bouw dan de poldervis van eerder. Ik kan mijn geluk niet op! En weer een vis op een nieuwe stek. Ja, het was een fijne ochtend.



Groet,

Dale

zondag 23 juli 2017

Niet zo eenvoudig

Niet zo eenvoudig.



Sinds enige tijd konden Hans en ik eindelijk weer met elkaar penvissen. Hans wilde graag weer in het mooie West-Friesland zijn geluk beproeven en ik kan hem daar geen ongelijk in geven!
Tijdens onze gezamenlijke sessies, bleek het regelmatig lastig te zijn om de karpers aan de schubben te komen. Gelukkig gaat dat de laatste tijd wat beter. De vorige keer wist ik bij Hans twee prachtige, flinke ‘schubs’ te vangen, maar nu is het tijd om mijn ‘schuld’ in te lossen. Wel maak ik mij een beetje zorgen om de weersomstandigheden; een voorspelling van 27 graden Celsius. Ik hoop dat de voorspelde bewolking ook waarheid wordt.

Om 5:00 arriveert Hans bij mijn huis. Een korte groet en al snel rijden we naar de wateren. Mijn plan is om twee verschillende wateren te bevissen. Onderweg stoppen we bij het eerste water om enkele voerplekken te maken. Hans maakt van de gelegenheid gebruik om enkele foto’s te schieten van de omgeving en de langzaam ontwakende wereld. Prachtig, dit soort ochtenden…
We doen het rustig aan en lopen samen het water langs. Drie voerplekken zijn gemaakt en daarna zitten we weer in de auto, op weg naar het tweede water alwaar wij ook meteen zullen starten met het penvissen op karper. De meest aantrekkelijke plekjes worden aangevoerd. Ik laat vandaag de ‘hotspots’ over aan Hans; een bepaalde kant van een duiker, een vuilbalk, bepaalde rietplukken, in de hoop dat er een mooie vis voor hem aan de kant komt.

Hans plaatst zijn montage tegen het vuil aan, dat zich ophoopt tegen de vuilbalk, ik plaats mijn pennetje voor een duiker. Een meter of 25 zitten we van elkaar vandaan. En, zoals zo vaak op deze stekken, hoor ik binnen een kwartier een hengel door de lucht ‘zwiepen’. Eventjes zie ik de hengel van Hans krom staan, maar de boel veert snel weer terug naar de oorspronkelijke vorm. Er wordt wat gemopperd door ons, maar het vertrouwen in de vangst van een karper is wel gestegen; ze zitten er!
Hans schuift op richting zijn tweede voerstek. Deze ligt op een T-splitsing, waar her en der groepjes kleine lelies in het water ‘staan’. Ik besluit ook naar mijn tweede stek te wandelen, niet ver van Hans vandaan. De rietplukken lachen me vanaf een afstand al tegemoet, maar als ik hier een minuut of 10 zit blijken die rietplukken me, achteraf gezien, uitgelachen te hebben; geen karper. Hans is inmiddels aan zijn derde stek toe; ook uitdagende rietplukken. En ook nu ‘zwiept’ de hengel van Hans de lucht in, de hengel staat krom maar ook nu veert het zaakje weer terug in oorspronkelijke vorm. Ongelofelijk…. We beginnen ons nu wel een beetje achter de oren te krabben.
Goed. Na de eerste ronde langs onze voerstekken beginnen we weer opnieuw. De bel klinkt voor de tweede ronde!

Hans zit weer bij de vuilbalk, ik zit weer bij de duiker, maar nu aan de andere kant. Dit omdat er uitdagende, losstaande rietstengels dicht langs de oever staan. Ook is de stroming iets minder sterk langs die kant. Mijn zelf geweekte en gekookte tijgernoot wordt voorzichtig tegen zo’n rietstengel aan  geplaatst. Al snel zie ik enkele rietstengels omver geduwd worden, maar ik hoor een zwiepende hengel bij de vuilbalk vandaan komen. Hans heeft het aan de stok met een karper! Voorzichtig haal ik mijn pennetje uit het water en leg de hengel behoedzaam op de kant, voordat ik naar Hans loop.
De karper weet van wanten, maar Hans ook! De vis wil onder de vuilbalk door vluchten, maar Hans kan dat beletten en ‘stuurt’ de vis naar een plek waar Hans de vis veiliger kan drillen. Ik schiet enkele plaatjes met mijn telefoon tijdens de dril, totdat ik de vis uit het water kan scheppen. Het is een prachtige polderschub! Eentje met een zeer degelijk formaat. Hans en ik genieten nog even na en dan glijd de vis zo weer het water in. Prachtig!!


Ik loop weer terug naar ‘mijn’ stek en plaats het pennetje tegen dezelfde rietstengel aan. De rietstengels worden nog steeds alle kanten opgeduwd en plots begint mijn pennetje te ‘lopen’! Ik wacht totdat de twee volgwakers ook verdwijnen en sla dan aan. Een felle rakker neemt een sprint, maar ook bij mij veert de boel snel weer recht. Ik baal eventjes, maar niet zo erg want het was geen forse vis. Het blijft wel jammer…

Hierna loop ik weer de diverse voerstekken af, continue op zoek naar activiteit. Hans doet hetzelfde. Het wordt duidelijk dat een voerstek van Hans meer aandacht krijgt van karper, dan alle andere voerstekken bij elkaar. De vissen lijken in de loop van de tijd toch andere plekken te bezoeken om hun voedsel bij elkaar te scharrelen. Uiteindelijk beland ik weer bij de duiker waar ik binnen een uur twee karpers weet te strikken! 



Hans mist nog een flinke aanbeet en dan vervliegt de activiteit van karper. Plannen worden gemaakt om naar een ander water te verhuizen. Het water waar we vanmorgen vroeg als eerste gevoerd hebben. Inpakken en wegwezen! En maar snel de ‘lossers’ en ‘missers’ vergeten…..
Na een ritje met de auto van 10 minuten komen we bij het andere water aan. Ook hier staat er nagenoeg altijd een sterke stroming/trek. Het wordt er allemaal niet makkelijker op, maar de vissen die je hier kunt vangen kunnen alle ellende doen vergeten. Met die wetenschap vis ik dan ook vaak met plezier hier, al helemaal als ik Hans op bezoek heb.
Een kleine hand voer wordt op de voerstekjes losgelaten. Het is dan ook een fiks aantal uren geleden dat we hier geweest zijn en dan weer een beetje bijvoeren kan nooit kwaad. Ik vertel Hans waar hij het beste positie kan nemen bij de duiker. Een plekje waar ik de laatste tijd veel karper vang. Ikzelf ga aan de andere kant van de duiker zitten. Ook nu gaat het toch wel snel; ik sla mis, Hans haakt een karper maar die lost. Wij mopperen weer, Hans legt weer in, ik krijg tikjes op de pen, Hans slaat vast op een machtige vis en die blijft eindelijk zitten!! Ook nu vangt Hans een flinke schub. Het is hier zaak de vis hoog in het water te houden, anders vluchten ze resoluut het lelieveld in en dat hebben we liever niet. Het glasvezel waar Hans mee vist vangt de klappen goed op en de vis lijkt geen schijn van kans te hebben. Op de vierkante meter wordt de vis moegestreden en na een minuut of 7 schep ik de vis uit het water. Een prachtige, Westfriese schub is voor eventjes van Hans en we zijn er maar wat blij mee!


Dit zou de laatste, gevangen vis vandaag worden. Ongeluk/pech blijft ons achtervolgen(nog enkele lossers/missers). Het vergt aanpassen van je techniek en materialen om te vissen in redelijk sterk, stromend water. Denk bijvoorbeeld aan het op de bodem houden van je aas, moment van aanslaan, lijnzwemmers en nog veel meer zaken. Ik ben van mening dat je in dit soort wateren niet met systemen moet gaan vissen die vergelijkbaar zijn met stilstaand water, tenzij sterk aangepast. Maar goed, vaak genoeg gaat het wel goed. De eigen zoektocht naar de juiste manier blijft ontzettend leuk en leerzaam en met wie kan ik dat nou beter doen dan met Hans?

Groet,

Dale






donderdag 22 juni 2017

Zomaar een avond

Zomaar een avond.

Na lange tijd niet meer in de avond gevist te hebben (ik ben meer een ‘ochtendvisser’), besloot ik afgelopen dinsdagavond toch maar eens te proberen.
Een lange poldersloot bij mij in de buurt, die ik ook al heel lang niet meer bezocht heb, zou ik weer eens vereren met een bezoek. Ik schrok het avondeten naar binnen en ben al snel onderweg. Jammer dat onderweg mijn darmen weer beginnen op te spelen. Terugrijden naar huis heb ik geen zin in: dit kost teveel kostbare tijd. Dit heeft wel als consequentie dat ik serieus na moet gaan denken over een plek in de natuur…



Ik parkeer mijn Berlingo’tje langs de polderweg die direct langs ‘mijn’ water loopt. Met samengeknepen billen maak ik vier voerstekken. Dan loop ik weer terug naar de auto en pak mijn spullen. Ik moet NU verlost worden! Nood aan de man.
De opslagruimte van mijn vistas is een emmer. Hier is de tas omheen gebouwd. Als ik de emmer ontdoe van de visspulletjes en vul met uitgedroogd gras, is er een prima wc’tje ontstaan! Maar waar moet ik gaan zitten? Nergens hier kan ik mij aan fietsers, auto’s en wat al niet meer onttrekken. Dan gooi ik maar de achterbank plat van de Berlingo en hoop maar dat niemand iets opvalt. De emmer zit uitstekend! Het lukt vlot en snel en niemand komt mijn autootje voorbij… Wat ben ik opgelucht!
En dan kan er nu daadwerkelijk gevist worden… Er waait een keiharde wind en de hoge, dikke rietkraag wuift bijna plat. Niet echt ideaal hier.

Mijn eerste voerstek ligt bij een kunststof, geribbelde buis. Deze verbindt twee wateren met elkaar. Regelmatig stroomt het hier flink en allerlei vis houdt zich hier op. Mijn pennetje ligt ook hier weer precies langs de stroomnaad en het aas ligt op zeker een meter diepte. Het is hier bij de buis veel dieper dan in het overige gedeelte van de sloot.
Er is hier roofvis aan het jagen. Continue spatten er grote groepen vis uit elkaar. Vooral jong spul. Het lijkt wel alsof er baars jaagt en af en toe een snoek. Te midden van al dit geweld ligt mijn pennetje. Tot twee keer toe schiet mijn pen onder, maar komt dan ook weer snel aan de oppervlakte. Dan blijft het weer een flinke tijd rustig. Vanwege het vele vis hier, strooi ik nog maar eens twee handen voer bij en ga dan naar de volgende stekken. Deze lijken uitgestorven. Iets wat ik op voorhand vermoedde bij aankomst met mijn auto. Maar goed, altijd blijven proberen!

Na een uurtje kom ik weer terug bij de buis. Er wordt nog steeds flink gejaagd door roofvis. De roofvis lijkt zijn/haar aanvallen zelfs te intensiveren. Regelmatig krijgt mijn pennetje een ‘tik’ van vis die interesse heeft in mijn aas, maar geen doorzetters. Na een half uur wil ik eigenlijk een andere stek bezoeken, maar juist op dat moment zakt mijn pen de diepte in! De hengel geef ik een haal richting de blauwe hemel en dan sprint er een karper als een speer weg. De slip van de molen loopt als een zonnetje, de hengel staat krom. Het is een felle rakker, maar na enkele minuten kan de vis mijn schepnet niet meer ontwijken. Hij is groter dan ik dacht: 68 cm. polderschub. Even wat foto’s en dan zet ik de vis via mijn schepnet weer snel terug. Prachtige vis!




Ik strooi weer wat voer bij en besluit een duiker op te zoeken. Ook rond deze duiker heb ik vaak een vis mogen vangen, maar dat was, op een uitzondering na, in de ochtend. Dat geldt overigens voor dit gehele water: meer kans in de ochtend, dan in de avond. Ook harde wind kan hier een spelbreker zijn. De gevangen karpers in dit water komen bijna alleen op de kant bij windstil tot bijna windstille omstandigheden. Maar goed, dat zijn mijn eigen ervaringen op dit water.
De duiker levert niets op en na een 45 minuten loop ik weer terug naar de buis. Het pennetje staat weer perfect. Ondertussen is er een jager bijgekomen: direct boven mijn hoofd heeft de Stern ook vis gezien. Ik volg de bewegingen van de Stern en telkens, na een duik, neemt de Stern weer een andere ‘aanvlieg route’. Prachtig om te volgen! De Stern kijkt naar voren en laat zijn karakteristieke geluid uit de keel ontsnappen. Ik kijk naar de richting waar de Stern naar toe keek en een soortgenoot werd aangeroepen. Ondertussen kolkt het weer rond mijn pen van de jagende roofvis….
Een aanbeet blijft verder uit. Ook na een uur wachten. Ik ga naar huis.

Groet,

Dale

maandag 19 juni 2017

De weidse polders

De weidse polders.
Foto:Peter Linzell.


Na het veelvuldig overleggen van data, is het dan eindelijk zover: Peter en ik kunnen sinds een jaar of 10 weer met elkaar vissen. Besloten wordt om in ‘zijn’ visgebied te vissen en ik kijk daar ontzettend naar uit!

De wekker gaat om 2:30. Het belooft vandaag zeer warm te worden en dat vind ik jammer. Daarom juist zo vroeg mogelijk beginnen. Om 4:00 sta ik bij de woning van Peter. De voordeur staat al open. Snel wordt er een bak koffie naar binnen gewerkt en dan gaan we op pad, richting de polder.
Om 4:50 stappen we de auto uit en vertelt Peter het een en ander over de eerste stek die we gaan bevissen. Veel hoeft Peter niet meer te vertellen, want overal in dit water zien we azende karpers. Wel lijken ze erg nerveus en dat is niet zo gek; een enorme sliert wandelaars passeert ons! Tot een uur of 7:30 gaat dit door…. De eens zo rustige polder, in dit gedeelte, is even het toonbeeld van grote drukte. Toch, de laaghangende mist en de zon die daar doorheen schijnt geeft mij een gevoel van geluk. Dit soort ochtenden kunnen machtig mooi zijn. Ik blokkeer de wandelende mensensliert voor mezelf.

Omdat dit water geen grote obstakels herbergt, heb ik een lichtere penhengel opgetuigd. Het is lang geleden dat ik ‘lichter’ heb gevist dan gewend en ik vond dit een mooie gelegenheid. In een ander gedeelte van het water zag ik een zeer grote karper door sterke rietplukken rossen. Ik werd daar een beetje bang van en besloot hierop toch maar mijn ‘beul’ in te gaan zetten. Rond 7:30 komt Peter naar mij toe en overlegt om te verkassen naar een ander gedeelte van de polder. Hij heeft een karper gelost, maar verder geen kansen meer gehad op karper. Ik heb enkele, kleine ‘tikken’ op mijn drijvertjes gehad(het is ook nog een zeer ondiep water), maar meer ook niet.
Ik stem in met Peter om te verkassen. Peter waarschuwt mij wel dat we een lange wandeling voor de boeg hebben, maar dat vind ik juist fijn. En zo wandelen we ver weg van de mensen, diep de polder in…
Na een twintigtal minuten komen we aan bij een water waar we karpers zien azen. We maken enkele voerplekjes en vissen deze om beurten af. Helaas is de karper niet te verleiden tot ons aas. Langzaam aan wordt het ook warmer en staat er hier maar weinig wind op het water. Peter heeft nog een troef in handen; een water, nog dieper de polder in, waar de wind vol in de lengterichting staat. Dat water is ook dieper dan de wateren waar we tot nu toe in gevist hebben. Het ‘lot’ van de penvisser; zoeken, proberen, verder zoeken, struinen. Als een koppel jagers, jagen we de karper achterna.
Na een prachtige wandeling door ruig landschap, hoog, nat gras, langs prachtige wateren en volgend door koeien, lopen we een plankje over, welke ons in staat stelt om het eerder vernoemde water te bereiken. Niets anders dan water en weiland om ons heen. We gaan hier vissen in originele wateren, met een origineel bestand aan karper. Wat wil een penvisser nou meer? Misschien een karper vangen, maar hier mogen en kunnen vissen is al een hoofdprijs op zich.

Peter en ik maken enkele voerplekjes bij losstaande, verder in het water staande losse rietplukken. Ik zit amper bij mijn eerste voerstekje of ik zie al een rietpluk ver ‘omgeduwd’ worden. Duidelijk een signaal van karper! Mijn hart slaat eventjes enkele slagen over en geconcentreerd blijf ik naar mijn pennetje kijken, welke niet meer dan een centimeter boven het wateroppervlak uitsteekt.
Het pennetje ‘hobbelt’ twee keer en duikt dan de diepte in. Ik sla mis en overal ontstaan bellen en donkere modderwolken. Ik ben te vroeg geweest en baal intens. Ik kijk Peter aan, die twintig meter van me vandaan zit. Met een ‘nee’ schuddend hoofd maak ik Peter duidelijk dat ik gemist heb. Eventjes scheld ik in en tegen mezelf. Ik herpak mezelf, gooi wat voer op de stek en loop dan richting de tweede voerstek. Hier gebeurt weinig en na een kwartier loop ik weer voorzichtig terug naar de stek van de misser. Ik loop ver van de oever en loop, ter plekke van de voerstek, in een gehurkte houding dichter naar de oever. Ik zie wel drie a vier groepen aasbellen. Ze zitten op het voer!
De rietstengels worden alle kanten opgeduwd en ik moet mezelf beheersen. Uiterst voorzichtig plaats ik mijn pennetje tussen al dit geweld. Ik sla nog maar eens aan op een weifelende aanbeet en mis weer. Maar de vissen azen door. Ik gebaar naar Peter dat er zeker wel drie vissen op het voer zitten en gebaar hem of hij naar mij toe wilt komen. Op het moment dat Peter wil komen kijken, krijgt mijn pennetje twee tikken en zeilt dan weer weg. Ik wacht nu iets langer en geef dan de hengel een zwieper. De karper is gehaakt! Een massieve vis neemt een sprint van jewelste. De slip giert het eventjes uit. Het ‘zigzaggende’ vluchtgedrag van de vis geeft mij een goed gevoel: dit is een oer vis uit een oer gebied.
Peter staat naast mij en is, net als ik, in extase als we een glimp van de vis zien. Na een dril van ongeveer een minuut of 10 ligt er een prachtige vis op de kant van 72 cm. Ik kan mijn geluk niet op. De vis is snel van de haak verlost. Nog eventjes bewonderen we de schoonheid en puntgave bek(waar met gemak een flinke aardappel in past) van de vis, voordat ik de vis weer in haar/zijn element plaats. Peter en ik geven elkaar een high five en een luidruchtige ‘Yes’ ontsnapt uit onze kelen.



Ik voer weer wat bij en loop richting mijn derde voerplek. Dit is bij een kom met rietplukken en een buis die het water met ander water verbindt. Ik zit hier amper of ik zie nieuwsgierige koeien mijn kant op komen. Dat moeten we niet hebben, want ze kunnen ook het land op waar Peter en ik zitten te vissen en kunnen de karper verjagen met hun logge lijven, die een enorme trilling kunnen veroorzaken in het water. Ik pak dus snel mijn boeltje bij elkaar en verkas terug naar mijn tweede voerplek. De koeien volgen gelukkig niet.

Er breekt nu een tijd aan van weinig activiteit op onze voerstekken. Peter vangt weliswaar enkele grote ‘Ruisers’, maar de karper laat zich nu niet verleiden. Af en toe horen en zien we, flinke karper op het water ‘klappen’. We blijven dan ook door vissen en geven de moed niet op, ondanks de hitte.
De tijd verstrijkt, de zon brandt flink op ons in. Gelukkig staat die wind er nog en heb ik een petje op m’n knar, want een zonnesteek kan zomaar op de loer liggen. We schuifelen van voerstek naar voerstek. Af en toe, bij het voorzichtig lopen naar een ander voerstek, zie ik een zware boeggolf vanuit de kant vertrekken. Machtig mooi om te zien, maar ook een teken dat er nog voorzichtiger gelopen moet worden.
Omstreeks 12:15 krijg ik kleine tikken op de pen. Net alsof er witvis met je aas speelt, maar ik weet dondersgoed dat dit net zo goed karper kan zijn. Sluw zijn ze; doen alsof ze een witje zijn, maar ondertussen… En alsof het zo had moeten zijn: Peter komt zojuist op mij af gelopen en de pen duikt weer diep weg. Ik haak weer een sterke karper! Kleiner en torpedovormiger dan de eerste, maar minstens zo woest! Ook deze vis perst er een ‘zigzaggende’ sprint uit, schiet richting de overkant, waarna ik weer zeer snel nylon moet binnen draaien, omdat de vis weer een schot naar mijn eigen oever sprint. Machtig mooi….gewoon machtig mooi…
Peter en ik feliciteren elkaar weer en Peter is blij dat ik hier karper heb gevangen. Missie geslaagd! 


We penvissen nog even door, maar nadat Peter een voorntje heeft gehaakt houden we het definitief voor gezien. De wind valt weg en het is inmiddels 13:45. De pijp is aardig leeg en we moeten nog een half uur terug wandelen.Tijdens de wandeling terug is de hitte pas echt goed te voelen. Het zweet gutst van mijn lichaam, maar dat is het dubbel en dwars waard…
Peter, bedankt voor dit geweldige avontuur en deze prachtige mogelijkheid om een kijkje te mogen nemen in ‘jouw’ unieke gebied! Laten we er gauw een 'Dale 2' van maken😉

Groet,

Dale


zaterdag 3 juni 2017

Vechtmachine

Eindelijk weer tijd om een paar uurtjes 'te pakken'. Na een flinke reeks diensten moet dat koppie leeg.
Nu is dat niet eenvoudig bij mij, maar toch moet dat.

Bij het wakker worden voel ik meteen dat het niet goed zit. Ik heb flinke last van mijn darmen en ik ben uitgeblust. Ik vraag me af of het wel verstandig is om te gaan vissen, maar toch moet dat.
Met een 'watterig' hoofd en darmen die alle kanten opvliegen, zet ik een potje koffie en pak ik mijn boeltje bij elkaar. Zo'n ritme blijft erin.
Als een zombie rijd ik naar de stek. De lelies zijn flink gegroeid sinds de vorige keer dat ik hier was. Ik weet dat als ik een vis hier haak, ik alle zeilen moet bijzetten. Elke dril hier is zwaar, maar hoe ik mij nu voel, zal een dril voelen als het einde van de wereld.
Toegang tot...?

Ik maak kleine, compacte voerstekjes en schop mezelf onder mijn hol om door te zetten. Komt dat 'tanden bijten' toch weer om de hoek...

Het pennetje plaats ik in een opening tussen de lelies. Handig, zo'n lange hengel. Langzaam zakt het zaakje naar de bodem. Het pennetje steekt niet meer dan een halve centimeter boven het water oppervlak uit. Alsof mijn 'zombie' gevoel niet al genoeg is, maakt er een vreemde spanning zich van mij meester...

Tussen de lelies geen activiteit. Dan maar weer richting de duiker, waar ik de pen precies langs de stroomnaad plaats. Behoedzaam leg ik de hangel naast mij in het hoge gras. Ik controleer of de lijn niet ergens vastloopt in het gras op de kant. Het gaat allemaal behoedzaam en gecontroleerd. Ondertussen kijk ik ook bezorgd rond waar ik eventueel een urgente, hoge nood 'geval' zou kunnen pareren, dan wel los kan laten....


Dan zoeft de pen plots onder! En hij blijft onder. De lijn begint te lopen en ik ram de hengel de lucht in. De karper is gehaakt. Een explosie onderwater, bellen komen aan de oppervlakte, de hengel slaat volledig dubbel. Wat ben ik blij dat ik met eersteklas spul 'werk'...
Schoon stuk...
De vis perst er een onhoudbare sprint uit en boort zich 15 meter links van mij in de lelies. Daarna ragt 'ie ook nog eens in een haakse hoek naar de overkant. Ik voel de lijn langs de stengels schuren, de vis zit er nog aan. De staart van de vis zie ik aan de overkant klappen geven op het water. Ik ben even perplex en ik kan niets uitbrengen. Niet vanwege de grootte van de vis(die is niet zo bijzonder), maar van de kracht. Ik zeg tegen mezelf: 'Hier gaat het nu om. Dit is vissen...'
Ondertussen heeft de vis zichzelf dus vast gezwommen. Ik loop dus 15 meter naar links, zodat ik recht tegenover de vis sta. Ik geef een beetje druk, maar gooi daarna de druk eraf. Niet helemaal, maar een beetje. En weer lukt het me om een vast gezwommen vis los te krijgen. Goed voor het zelfvertrouwen! Ik houd mijn hengel hoog en voer de druk nu maximaal op. Vooral omdat ik nu een vis aan het drillen ben tussen de lelies. De vis blijft 'hoog' zitten, maar is er nog niet klaar mee. Vlak voor de kant schiet de vis naar links en dan weer naar rechts. Om gek van te worden.
Dan ligt de vis opeens recht voor m'n neus. Nog niet helemaal schepklaar, maar mijn schepnet had ik toch al in het water gelegd. Ik ros het net dwars door de lelies heen en zo zit de vis in het net. Er wordt nog een vluchtpoging ondernomen, maar gelukkig heb ik het net goed vast.
Het net wordt gesloten zodat de vis niet meer kan vluchten. Ik slaak even een zucht van verlichting. Pfoei..... Dat was 'randjes' werk.



Een prachtige vis leg ik in het hoge gras. Ik twijfel: het lijkt op een wilde karper, maar(bij navraag) is het een verwilderde vis. Toch zit 'ie wel dicht tegen de oerkarper aan.
De haak is snel verwijderd. Ik geniet nog heel even van de vis en dan maar weer de vrijheid tegemoet.
De dril heeft veel van me gevergd, vooral omdat ik me ook niet erg goed voelde. Ik pak in. Het is mooi geweest. Ik heb de hoofdprijs.


Slapen.